Het is fascinerend hoe bij de tijd hij is als we door de straat van zijn jeugd lopen en hij blindelings en foutloos van alle zijstraten de namen noemt. Van alle winkelpanden weet hij de zaken die er vroeger zaten, inclusief de namen van de middenstanders. Zijn vader was er één van. Bij sommige straten hoort een verhaal, bijvoorbeeld dat hij er elke week voetbalde met zijn broer.
Aan het einde van de dag komt de onvermijdelijke vraag: wanneer gaan we weer? Tja, wanneer? Ik rep niet over kuren en herstelweken. Daar hebben we het de hele dag nog niet over gehad en dat bespaart ons allebei een hoop zorgen. Ik noem gewoon een dag in september en dan zien we wel. Als je met de dag leeft, dan is een afspraak toch ook zo verzet? Ik hoop dat het doorgaat en dan doen we gewoon weer hetzelfde. Geluk kan zo eenvoudig zijn.
Zomerse coupe bij de Haagse Schouw op de terugweg |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten