Maar ook al zou ik het hele feest niet over ziekte praten, dan nog is die er altijd. Het lijkt wel alsof die steeds meer bij me gaat horen. En alsof die ook mijn basis aan het veranderen is. Optimisme gaat tegenwoordig gepaard met lijdzaamheid, vertrouwen met onzekerheid, geloof in mezelf met zwakte.
Ik heb ook allang gemerkt dat lichamelijke fitheid niet altijd samengaat met mentale fitheid. Ik sprak laatst iemand die pas was begonnen met huilen toen ze weer ging werken, na maanden van chemokuren en een operatie. Sinds het eerste bericht over de diagnose komen bij mij de tranen ook niet meer om de ziekte zelf of om de behandeling, maar wel eerder om iets anders. Dat kan iets verdrietigs zij of iets fijns. Het allerfijnst is het om te ervaren dat we dit samen doormaken, Rocky en ik. Dat geeft een kracht waarbij iedere onheilstijding verbleekt, die ons sterker maakt dan een weerbarstig aardappeltje van sneldelende cellen. We zijn niet samen ziek, we zijn samen beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten