dinsdag 9 december 2014
Uitslag mri: geen veranderingen
De hele maand november heb ik geen blog geschreven. Verschillende mensen hebben me bezorgd gevraagd of het wel goed ging, maar onthoud: geen nieuws is goed nieuws. Ik zal jullie even bijpraten. Zo ben ik voor een controle-afspraak bij de bestralingsarts in het grote ziekenhuis geweest. Mijn eigen dokter werkte er niet meer en ik kreeg een jong ding tegenover me, dat overigens vakkundig mijn borsten en klieren onderzocht. Geen afwijkingen, behalve dan stug weefsel en verkleurde huid wegens bestraling, maar dat wist ik van tevoren. Het jonge ding maakte de grap dat ze me nooit meer terug wou zien en ik lachte gretig mee. Eén controlerend arts kan ik afstrepen van mijn lijstje, een heel ziekenhuis zelfs. Verder geeft A me nog iedere drie weken een herceptinprik in dan weer mijn linker- en dan weer mijn rechterbovenbeen, zonder noemenswaardige bijwerkingen. En ik ga nog om de zoveel maanden naar oncoloog dokter T, overmorgen weer. Hij geeft me dan weer een recept voor nieuwe anti-hormoonpillen mee, die ik braaf iedere ochtend slik. Het nachtelijk zweten is afgenomen, maar de enkels zijn stijver geworden. De overgang schrijdt onverminderd voort. En dat is tegelijkertijd mijn hinderlijkste restverschijnsel. Ik werk alweer volledig - dat wil zeggen: dagelijks ca. 6 uur - en dat gaat me redelijk goed af. Slapen doe ik alleen nog maar 's nachts, met in het weekend soms een flinke uitloper in de ochtend. Ik heb soms wat in te halen blijkbaar.
Ik heb vooral in november veel teruggedacht aan een jaar geleden. De laatste chemo's, een pittige tijd. En na de laatste op 29 november dacht ik dat ik het ergste gehad had, niet wetend dat de bestralingen zo zouden tegenvallen. Het is maar goed dat ik niet alles van tevoren wist. December was een betrekkelijk zorgeloze maand met alleen maar iedere week een beetje verder herstellen voor de operatie in januari. Ook die is nu bijna een jaar geleden. Het werd daarom tijd voor een nieuwe mammografie. Die heb ik afgesproken voor 7 januari 2015. Rond die tijd meldt Ginger zich weer hier. En tot die tijd geldt: geen nieuws, goed nieuws. Prettige feestdagen!
vrijdag 10 oktober 2014
Normaal leven
Ondertussen zit ik wel veel vaker in een ziekenhuis dan me lief is. Iedere keer is er één te veel. Vorige week voor de ejectiefractiebepaling: 57 procent. Iets minder dan die was, maar zolang die niet onder de 50 zakt, gaat de herceptin gewoon door. Vorige week zat ik ook bij dokter T, die me zowaar nog iets nieuws vertelde. Iedere drie maanden wordt mijn bloed onderzocht op een tumormarker. Dat is een eiwit, die kán duiden op kanker, maar ook gezonde mensen hebben dit eiwit in het bloed. Toen ik pas de diagnose had, was de tumormarker sterk verhoogd, na de chemo's was die veel lager. Dat wist ik al. Nieuw voor mij was dat de tumormarker nog steeds aan het dalen was en nu op een normaal niveau zit: 26. Ook nieuw voor mij was dat deze reactie van de tumormarker op mijn behandeling (herceptin en hormoontherapie) maakt dat bloedonderzoek ook in de toekomst een goede manier is om te monitoren. Dankzij de goede ractie op behandeling staat vast dat deze tumormarker inderdaad samenhangt met tumorgroei. Tumorverdwijning in mijn geval.
Eind november ga ik weer in de mri-scan om de miniscule plekjes in mijn wervels te bekijken. Dokter T hecht er "weinig betekenis" aan, zo zei hij. Als de plekjes straks weer gelijk zijn gebleven, hoef ik voorlopig niet terug voor een mri. Mooi zo.
En omdat dit blog over ziekte ging, zal ik kort stilstaan bij de restverschijnselen. Opvliegers en nachtzweten beginnen te wennen. Mijn haar is een explosie van golven. Afknippen durf ik niet, bang dat het dan nog meer overeind gaat staan. Jeuk en gevoelloosheid gaan gek genoeg samen in mijn okselstreek. Als ik spuit met deo krijg ik rechts niet dat koele gevoel dat ik links wel heb. Eigenlijk lijkt het alsof ik misspuit. Mijn rechterschouder is minder beweeglijk dan de linker, een gevolg van de bestraling. En bij sommige fitnessoefeningen voel ik ook de bestraalde ruggenwervel. Het was voorspeld, dat die gevoeliger kon worden. Nu weet ik eindelijk precies waar die zit.
dinsdag 2 september 2014
Nieuw begin
vrijdag 1 augustus 2014
Vakantieklaar
"Ik heb hem gesproken hoor", zei hij meteen, doelend op radiotherapeut dokter D van het VUmc. "Ik moet de scans nog zien, maar wat ik lees is dat er goed uitziet. Dus ik zou niks doen."
Het is één zin, waar dokter D er twintig voor nodig heeft. Maar deze ene zin wilde ik horen.
"Niet behandelen dus, maar wat dan wel?" vroeg ik nog.
"Doorgaan met de herceptin."
"Ja, maar ook weer een mri?"
"Dat wel, maar niet zo vaak."
"Wat is niet zo vaak? Om het half jaar?"
"Dat ljkt me een mooie termijn, ja."
Dokter T wist ook nog uit zijn hoofd dat we elkaar in oktober weer zouden zien en zag geen reden dat te vervroegen. "Ga maar lekker op vakantie!"
Om mijn ziekenhuisvakantie te vieren belde en appte ik de kinderen voor een ijsje bij de ijssalon. Jane had nog een leuk cadeautje voor me (zie foto). De vakantie is begonnen!
maandag 28 juli 2014
Uitslag mri: geen progressie
Maar de dokters vinden dat er stof genoeg is voor een deel 2 van deze docusoap. Dokter D speelt de sympathieke dokter, die me goed in de gaten houdt. Mijn omgeving is daar blij mee. "Al iets gehoord?" vraagt Rocky meerdere keren per dag. En zo zijn er meer mensen die meeleven en veel belang hechten aan de uitslag. Ikzelf wat minder. Zo spannend is dit deel 2 helemaal niet.
Dokter D belde volgens afspraak aan het einde van de middag. Hij vertelde wat ik had verwacht: de afwijkingen op T1 en T9 (hoger gelegen ruggenwervels) zijn ongewijzigd. Inzoomen gaf geen nieuwe informatie. De plekjes kunnen een gevolg zijn van de bestraling. Het kan ook osteopenie zijn: een verminderde dichtheid van het bot, wat een gevolg kan zijn van de chemotherapie. Dat laatste was nieuw voor mij, maar zekerheid is er dus niet. Ook uitzaaiingen kunnen nog steeds niet worden uitgesloten.
donderdag 17 juli 2014
Vakantie-APK
Gisteren was ik bij chirurg dokter B. Ze vroeg hoe het ging. Ik vertelde over de moeheid. Ze vroeg of ik er wat aan deed. Sporten, yoga, meditatie? Sporten wel, yoga en meditatie nog niet. Het is iets om te proberen. Ze onderzocht mijn klieren en borsten en vond geen afwijkingen. Het enige merkwaardige is dat mijn rechterborst groter wordt. Wie had dat gedacht? De oorzaak is vocht. Dokter B raadde me aan om weer met fysiotherapie te beginnen, dus daar heb ik me weer voor aangemeld. Volgende week kan ik al beginnen. Voor borstonderzoek hoef ik pas in januari weer terug te komen. Lekker ver weg.
Ondertussen probeer ik een manier te vinden om met weinig energie tevreden te zijn. Vroeg opstaan hoeft vanaf morgen niet meer. Misschien gaat dat me helpen. Rustig aan maar. Het is vakantietijd. Ik moet alleen mijn keuringsbewijs nog even afwachten.
Volgende week donderdag vertrek ik naar Parijs met Jane. Een goede aanleiding om weer eens een paar fotobericht van Ginger te plaatsen.
donderdag 10 juli 2014
Routinecontrole
Ik noemde nog wat ongemakken waar ik de laatste tijd mee kamp. Stijve gewrichten bij het opstaan. Vooral 's nachts als ik wakker word, kan ik mijn enkels nauwelijks buigen. Als we een roltrap naar de wc hadden, zou ik die gebruiken 's nachts. Het is een bijwerking van de tamoxifen-pillen die ik dagelijks slik. Blijven bewegen helpt. Of nog meer pillen gaan slikken, maar dat ligt me niet zo.
Ik zie dokter T weer in oktober, als de mri in het VUmc al heeft plaatsgevonden.
Ondertussen heeft de arbeidsdeskundige van mijn inkomensverzekeraar me weer voor 80 tot 100 procent arbeidsongeschikt verklaard. Ik dacht dat ik met succes weer 25 procent aan het werk was, maar hij oordeelt dat ik de neiging heb mezelf te overschatten. Gek om te horen, maar wie ben ik om hem tegen te spreken? Ik doe het dus weer rustig aan, werk nog maar anderhalf uur per dag en doe ongeveer even lang een middagdut, die soms al om 11 uur begint.
Volgende week woensdag ga ik naar chirurg dokter B, voor een borstonderzoek. Daarna zit het er weer even op met de controles. Over een week meld ik mij weer met een nieuw bericht van Ginger.
zaterdag 28 juni 2014
Werkhervatting
Na de coach op donderdag, sprak ik op vrijdag weer mijn aardige arbo-arts, waar ik Goede Vrijdag voor het eerst was. Ze informeerde naar mijn wel en wee, controleerde mijn bloeddruk en raadde me aan groene groenten te eten en goed te bewegen (goed voor het herstel van mijn wervel). We praatten nog over Schotland en over het belang van leuke dingen doen en helaas namen we daarna afscheid. Ik hoef niet meer naar haar toe, omdat ik nu toch een coach heb. Best jammer, want in de arts heb ik nog het meeste vertrouwen. "Laat privé prevaleren", zei ze ook nog. En: "Als de moeheid toeneemt, is het heel moeilijk om er weer vanaf te komen, weet je."
Ondertussen slaap ik weer overdag, soms wel twee uur. Het zal wel van de bestraling komen, die ligt per slot van rekening nog maar twee weken achter me.
Vrijdag belde ook dokter D van het VUmc. Hij wilde weten of ik bijwerkingen had van de wervelbestraling. Nee, behalve moeheid niet. "Well done", zei hij tevreden en drukte me op het hart in contact te blijven als zich iets voordeed. Hij laat me inplannen voor een mri over een paar maanden. Daar krijg ik schriftelijk bericht van.
Mijn volgende medische afspraak is pas de ecjectiefractiebepaling (hartecho) op 7 juli gevolgd door een routinebezoek aan de oncoloog op 10 juli. Ik neem me voor om op 10 juli een nieuw bericht van Ginger te maken, maar ik merk dat de gedachte aan Ginger naar de achtergrond verschuift. Zie het als een goed teken. Er is meer in het leven dan ziek geweest zijn. Stof voor een nieuw blog misschien? Ik ga het onderzoeken.
zaterdag 21 juni 2014
Stippen aan de horizon
Wat dat ergste dan was? In mijn ogen is dat: lamlendig in bed liggen, misselijk misschien of met veel pijn, en alleen maar bezig zijn met ziek zijn.
Terugkijkend zijn er natuurlijk wel diepe dalen geweest. Het einde van de laatste serie chemo's in november, de nasleep van de operatie in januari, de radiopneumonitis en de allesoverheersende bestralingsmoeheid in maart en april. Maar ik ben iedere dag nog uit mijn bed gekomen en ik heb iedere dag waardevolle momenten beleefd. Misselijk ben ik nauwelijks geweest, de pijn was mild. Het ergste was er niet bij, en toch ligt het ergste achter me. De herinnering zal vervagen, zoals nu de strepen op mijn buik vervagen, die daar getrokken zijn om me recht te leggen op de bestralingstafel. Ik zal mijn eigen blog nodig hebben als ik terug wil halen hoe het ook alweer was, het verschil tussen AC en Taxol, de bevrijding van de cold cap, de dagelijkse gang naar bestralingstafel.
Maar liever dan de levensechte herinnering oproepen aan hoe het was, maak ik mijn eigen verhaal met wat er is gebeurd. Wat is het effect ervan op mijn leven? Wat heb ik geleerd? Hoe heeft het me verrijkt? Een eerste tastbaar resultaat kreeg ik afgelopen week in handen. Een fictieverhaal over mijn belevenissen in het ziekenhuis, geschreven in de wachtkamer van radiotherapie, werd bekroond met een prijs. Een beter moment daarvoor was niet mogelijk geweest. Het markeert het einde van een ziektejaar en het begin van een lange periode, waarin ik weer vooruit kan kijken. Achter me vervaagt de medische molen tot een stip aan de horizon, voor me ligt een onbekende weg - met een nieuwe stip aan de horizon - die ik graag ga ontdekken. Mijn man en mijn gezin gaan mee en ik hoop iedereen die het afgelopen jaar met me heeft meegeleefd. Want dat is ook een resultaat van dit ziektejaar: het besef dat er een grote kring van mensen om me heen is die het leven mooier maken.
Op dit blog zal het wat stiller worden, want mijn schrijftalent ga ik verder uitdiepen op andere plaatsen. Ginger zal - als daar aanleiding toe is - voornamelijk nog berichten over controles en re-integratie. Wat dat laatste betreft: ik krijg donderdag een re-integratiecoach op bezoek die mijn inkomensverzekeraar voor me heeft geregeld. En vrijdag zit ik weer bij de arbo-arts en belt dokter D, waarschijnlijk met een datum voor een nieuwe mri-scan. Aanleiding genoeg voor een nieuw bericht van Ginger over een week.
vrijdag 13 juni 2014
Happy new year
De bestraling ging vandaag weer sneller dan de vorige keer. Twee controlescans maar dit keer, één vooraf en één tussentijds. Na afloop hadden we nog een afspraak met dokter D. "Ik heb het gevoel dat ik zijn enige patiënt ben", zei ik tegen Rocky. En daar kwam dokter D aanlopen, nog voordat de baliemedewerkster had gewaarschuwd dat ik er was. Alsof ik inderdaad de enige was. Rocky had een paar vragen voor hem, die hij uitgebreid beantwoordde. De grote vraag is nog wat die twee plekjes op de ruggenwervels T1 en T9 te betekenen hebben. Maar dokter D kon daar niets meer over zeggen dan we al wisten. Een nieuwe mri in september moet daar meer duidelijkheid over geven.
Rocky vroeg nog waarom er niet is gekozen voor preventief bestralen op T1 en T9. Ik kende het antwoord al: omdat bestralen niet zonder risico's is en daarom alleen mag gebeuren als er een redelijk vermoeden is voor de noodzaak ervan. Maar ik heb dat antwoord niet nodig om te weten wat goed is voor mij. Even geen behandelingen. Ik ga proberen mijn leven weer te leven zoals het was. Daarbij heb ik wel genoeg aan de anti-hormoonpillen, de driewekelijkse herceptinprik en de restmoeheid.
En wat gebeurt er met dit blog? Daar ga ik binnenkort eens over nadenken. Voorlopig doe ik een stapje terug naar een wekelijkse update. Volgende week vrijdag is er weer een bericht van Ginger.
dinsdag 10 juni 2014
Combimagnetronsessie nummer 2
Eerst nog even een restje behandeling. Na het gesprek reisde ik naar Amsterdam Zuid, waar ik Jane ontmoette om met me mee te gaan naar het VUmc. Het wachten duurde dit keer het langst. De bestraling zelf, met rechtleggen erbij, was zó gepiept. Vooraf waren dit keer maar twee scans nodig, tussentijds één en na afloop geen één. Ik had zo goed stil gelegen dat een extra controle overbodig was. De bestraling zelf was weer wat minder eng dan de vorige keer. Ik was al rustig toen ik kwam en de vertrouwde bloesem boven me hield me ook tijdens het zoemen van het toestel kalm.
Na afloop hoorde ik dat Jane het laatste stukje vanuit de controlekamer had mogen meekijken. Ze had de beelden van mijn wervel gezien, het verloop van mijn ademhaling en natuurlijk ook mij, naar de bloesem starend terwijl het toestel om me heen draaide. Ze vond het interessant.
De reis naar huis verliep voorspoedig. Ik was blij met gezelschap, zodat ik weinig tijd had om bezorgd te zijn over hoe ik me voelde. Ik was vooral gaperig en tegen misselijk aan. Het was mijn bedoeling om nog boodschappen te doen en te koken, maar ik koos voor een paar wokmaaltijden van thuisbezorgd.nl en kroop lekker op de bank.
Ten slotte belde dokter T, mijn eigen oncoloog die de woensdag voor Hemelvaart op vakantie was gegaan en vandaag pas weer terug was. Ik had hem graag willen spreken met zijn relativerende wijsheid in de dagen vóór de PET-scan. Zijn bemoedigende opmerkingen had ik in gedachten al zelf geformuleerd. Mijn vermoeden klopte: hij zou de PET-scan niet geadviseerd hebben. En hij maakte zich ook niet zo druk over die afwijkingen op twee niveaus hoger in de wervelkolom, T1 en T9 weet ik inmiddels. Niet dat hij garanties geeft dat ze niets te betekenen hebben. Hij staat er volledig achter dat er over drie maanden weer een mri wordt gemaakt om ze in de gaten te houden. Maar onzeker blijft het, ook daarna, de komende vijf jaar nog wel. Dat is de relatieve geruststelling van dokter T, die ik me al volledig eigen heb gemaakt. Ondertussen leef ik verder, re-integreer ik en probeer ik langzaam weer de oude te worden. Al zal het nooit meer helemaal hetzelfde zijn.
woensdag 4 juni 2014
Stereotactische bestraling nummer 1
Ik kreeg een apparaatje op mijn buik geplakt, dat mijn ademhaling registreerde. Een eventuele hoest zou direct worden doorgegeven aan de controlekamer. De medewerksters puzzelden even welke tatoeagepuntjes ze moesten gebruiken, want je kunt er bijna complete sterrebeelden van maken. Maar toen ze juiste sterren eenmaal hadden gevonden, duurde het nog wel een minuut of twintig voordat mijn positie goed was. Via de controlekamer vertelde een medewerkster me steeds stap voor stap wat er gebeurde. "Nu gaan we een scan maken", en dan draaide er een paneel om me heen. "Nu gaan we de scan beoordelen", en dan bleef het even stil. "We gaan de tafel een stukje verschuiven", en dan bewoog de tafel waarop ik lag. Die drie stappen werden een paar keer herhaald, totdat de stem zei: "We verschuiven de tafel nog een stukje en we zetten de apparatuur klaar voor bestraling."
Voordat ik het wist hoorde ik het vertrouwde gezoem van het toestel. Het bestralingsapparaat draaide in een boog achterwaarts om me heen en weer terug. Dit is het dus, dacht ik, terwijl ik de takjes boven me bestudeerde. Hier ben ik bang voor geweest. Nu heel stil liggen.
Na een minuut was de eerste sessie al voorbij en begon het scannen opnieuw. Mijn achterhoofd begon pijn te doen van het lang in één houding op een onzacht kussentje liggen. Ik had mijn handen wel even willen verwisselen, die met de polsen gekruist boven mijn hoofd lagen. Maar ik besloot dat ik het nog wel even kon uithouden. De geringste beweging kon zo voor tien minuten oponthoud zorgen. Weer werd de tafel een fractie verschoven, meteen gevolgd door de tweede bestraling. Hoe weten ze nou dat ik goed lig, als ze net die tafel hebben verschoven? En als ze alle stappen benoemen, waarom dan niet even aangekondigd dat de bestraling start, waar het allemaal om draait? Stil blijven liggen maar weer, concentreer je op de bloemetjes.
Na weer twee bogen, één heen en één terug, zei de stem: "Nog even stil blijven liggen, mijn collega's komen zo binnen om u af te tekenen." En dat gebeurde. Ik kreeg een paar lijnen op mijn buik en mijn zij, zodat ik de volgende keer sneller in het gelid te brengen ben. Eindelijk mocht ik mijn armen weer omlaag doen en overeind komen. Ik vroeg hoe ze wisten dat ik goed lag nadat ze tafel hadden verschoven. Het bleek dat het bij de laatste verschuiving om een paar tienden van een millimeter ging. Dat viel binnen de veilige marge. Ik vertelde dat ik graag had gehoord dat de bestraling zou beginnen. Ze zouden het doorgeven. Ik was klaar. Al met al was ik misschien veertig minuten binnen geweest, veel korter dan het voorspelde uur.
Toen ik aangekleed en wel weer in de wachtkamer verscheen, stond dokter D daar met Rocky te praten. Dokter D had al die tijd in de controlekamer gezeten zonder dat ik het doorhad. En Rocky had naar de wachtkamer gemoeten, terwijl ik dacht dat die het hele gebeuren had meegekregen. "Well done", zei dokter D, die de tijd nam om in een spreekkamer nog even na te praten over de ontwikkelingen van de afgelopen week.
Onderweg naar huis voelde ik me moe en wankel. Misselijkheid en diarree zijn bijwerkingen die kunnen optreden. Ik voelde me niet zo lekker in mijn buik en was blij dat ik niet alleen reisde. Thuis ging ik lekker op de bank liggen. Het avondeten ging er goed in en inmiddels voel ik me weer beter. Wel moe, maar dat was ik andere dagen ook. Ik ben blij dat ik met de laatste loodjes bezig ben. Nog twee, dan zit het erop.
dinsdag 3 juni 2014
Geen afwijkingen te zien op de PET-scan
Dokter D belde. Er zijn geen afwijkingen te zien op de PET-scan. Hij raadt mijn hoofdbehandelaar aan om over drie maanden weer een mri te doen om de plekjes te controleren. Daar zal ik dokter T volgende week over spreken, als hij terug is van vakantie.
We gaan dus door met het bestralingsplan. En ik ga er gewoon vanuit dat het de laatste loodjes van mijn behandeling zijn. Morgen doe ik verslag van mijn belevenissen in de combimagnetron in een bericht van Ginger.
maandag 2 juni 2014
Gescand
Na afloop hoorde ik alleen nog dat de scan technisch geslaagd was en ik begaf me in de spits van de Zuidas. Morgen belt dokter D me voor de uitslag.
De hele dag was ik stoïcijns. Na negen uur mocht ik niets meer eten en dat stoorde me meer dan die hele scan. De mensen om me heen zijn bezorgder dan ik en dat begrijp ik ook wel. Bellende dokters en ziekenhuismedewerkers maken het er niet beter op.
Dat begon al vanmorgen. Ik wilde wel eens weten hoe laat ik woensdag moet verschijnen voor de eerste bestraling en belde met radiotherapie. Een medewerkster zocht het voor me op: 14.05 uur. Een uur later werd ik teruggebeld door een andere medewerkster die me vertelde dat het bijna een uur later zou zijn en ook nog onder voorbehoud omdat dokter D de uitslag van de scan wilde afwachten. Mogelijk zou hij het bestralingsplan veranderen naar aanleiding van de scan. Ze zei zoiets als: "Het is precisiewerk en zeker dokter D is heel precies." Ik begreep het. Ze wenste me sterkte.
Later die dag belde de arbeidsdeskundige van mijn inkomensverzekeraar. Hij wilde 10 juni langskomen om mijn arbeids(on)geschiktheid te onderzoeken. Ik kon vertellen dat ik 10 juni een bestraling heb, maar niet hoe laat. Hij begreep het en wenste me sterkte.
Eenmaal thuis aan de maaltijd belde een collega van mijn eigen oncoloog. Ik had vorige week woensdag geprobeerd mijn eigen oncoloog te bellen, omdat ik wilde weten hoe hij tegen de 'afwijkingen op twee niveaus' aankeek. Ik had iets verwacht te horen in de trant van: "Dit zien we wel vaker en meestal is het gewoon slijtage. Een PET-scan geeft geen zekerheid, dus we kunnen het beter nog even rustig aanzien." Maar mijn eigen dokter was nèt woensdag op vakantie gegaan om 10 juni pas weer terug te komen, dus ik moest het doen met zijn collega, die me dus pas vijf dagen later terugbelt. Tja, wat kan die zeggen, nu de scan al achter de rug is? Hij vond de PET-scan geen onlogische keuze. "Maar u had natuurlijk gehoopt dat u werd gebeld voor de uitslag!" Nou, nee hoor, die verwacht ik vanavond niet meer. "Sterkte morgen." Dankuwel.
Hè hè, de dag is voorbij. Morgen ga ik fijn naar de Zelfstandigendag van de NVJ. Vorig jaar heb ik die op de eerste dinsdag van juni voorbij laten gaan omdat ik naar het ziekenhuis moest voor - jawel - de uitslag van de PET-scan. Nu neem ik mijn mobieltje mee en ik hoor het wel. Fijn dat u zich voor mij inspant dokter, maar ik leef ondertussen verder, als u het niet erg vindt. Daar was het toch allemaal om begonnen, is het niet?
zondag 1 juni 2014
Leven met onzekerheid
Piekeren is niet mijn tweede natuur, zacht gezegd. Een glas dat half leeg is, zie ik als bijna vol. En zegt een dokter tegen mij dat hij genezing niet kan garanderen, maar dat er wel een kans is, dan focus ik me op die kans. Net als Ginger uit Chicken Run. Als een andere kip tegen haar zegt: "De kans dat we hier levend uitkomen is een kans van één op een miljoen", reageert Ginger vastberaden: "Dus is er een kans."
Onverwacht bericht
Mijn film is nog niet afgelopen. Hoe groot mijn kans op een lang leven is, weet ik niet. Maar ik weet wel dat het voorlopig een onzeker leven zal zijn. Ik realiseer me dat sinds ik afgelopen week van dokter D een onverwacht bericht kreeg. Op de mri van de hele wervelkolom - die twee weken eerder voornamelijk om technische redenen was gemaakt - zijn op twee andere niveaus afwijkingen te zien. Heel klein, kleiner nog dan het restantje op de ruggenwervel van de uitzaaiing, L2. En over dat kleine restantje heeft mijn eigen oncoloog dokter T in december gezegd tegen Rocky: "Als we van u een mri zouden maken, zouden we zo'n afwijking ook kunnen zien en dan zouden we denken dat het slijtage was." Maar omdat de afwijkingen in míjn ruggenwervel zitten, moeten ze nader worden onderzocht. Het gevolg is dat ik maandag de PET/CT-scan van het VUmc inga.
Het heeft even geduurd voordat ik erover kon bloggen, omdat het niet paste in mijn denken. Ik was toch al aan de andere kant van het hek? Dit hoort er toch niet bij? Hoewel er geen arts is die het durft te zeggen, had ik mezelf al genezen verklaard. Hoe dan om te gaan met zo'n feit? Afwijkingen op twee niveaus. Het is een beetje te vergelijken met de eerste diagnose: je weet van alle dingen die je hebt gedaan of ze ervóór of erna waren. Het leven ziet er op slag weer anders uit.
Maar ik heb het een plaats gegeven. De PET/CT-scan gaat het verlossende woord waarschijnlijk niet eens geven. Ook als de afwijkingen niet geel oplichten, is er geen garantie dat ze onschuldig zijn. Ook op de PET/CT-scan van december lichtte de afwijking op wervel L2 al niet meer op, dankzij al het chemogeweld. Toch raadden de dokters toen bestraling aan, want een PET/CT-scan kan nu eenmaal niet op microscopisch niveau kijken. Het enige wat er dan opzit is afwachten hoe de afwijkingen zich ontwikkelen met een mri over twee of drie maanden. Pas dan is er meer te zeggen over de aard van de afwijkingen, en misschien zelfs dan niet eens. Ik houd er dus rekening mee dat ik de komende tijd voortdurend zal leven met onzekerheid.
En dat is de realiteit van kanker. Je kunt een glas wel zien als halfvol, of driekwart voor mijn part, en dat maakt het leven ook een stuk prettiger. Maar je zult nooit precies weten wat erin zit. Optimisme bewaren naast twijfel, dat wordt de uitdaging de komende tijd. De medische molen voor lief nemen en de dagen nemen zoals ze komen. Ik was er aardig in getraind, dus dat zal ook nu wel weer lukken. Ik geniet van mijn toenemende kracht en richt mijn blik vooruit. Vandaag genoten van het mooie weer in het bos hier vlakbij. Straks een lekker maaltje klaarmaken. De witte chocolademousse staat al op te stijven.
Morgen om drie uur ben ik aan de beurt. Ik zal er morgenavond wat over vertellen in een nieuw bericht van Ginger.
woensdag 28 mei 2014
Ondertussen in het leven van Ginger
dinsdag 27 mei 2014
zaterdag 24 mei 2014
Doe de helft
De afgelopen week heb ik alle dagen gewerkt, variërend van twee tot zes uur per dag. Ik heb ervaren dat het lukt, dat ik genoeg concentratie heb en dat werken zelfs helpt om mijn zinnen te verzetten als ik een dipje heb. Het lijkt alweer vanzelfsprekend om mensen te spreken die helemaal niets van me weten en het over zakelijke onderwerpen te hebben. Het bevalt me uitstekend.
Goed. Dat weet ik nu dus en dat is fijn. Maar ik voel ook wat ik eigenlijk al wist: het is te veel. Ik voel het 's avonds aan mijn lijf en 's morgens overweeg ik serieus om in bed te blijven liggen, wat ik uiteindelijk nooit doe. Als ik eenmaal aan de gang ben blijft het motortje wel lopen, maar in mijn vrije tijd doe ik weinig meer. Voor sport en sociale afspraken blijft nauwelijks tijd en puf over. En dat was toch niet de bedoeling.
Hoe krijg ik mijn leven weer op de rails? Het Helen Dowling Instituut (HDI) gaat mij niet helpen, weet ik sinds vrijdag. Ik had een telefonische intake voor het internetprogramma Minder moe bij kanker. Hoewel uit de vragenlijst bleek dat ik matige moeheid heb, is het programma waarschijnlijk niet geschikt in dit stadium. Het is vooral bedoeld voor mensen die piekeren of die zich niet kunnen concentreren en om die reden moe worden. Ik pieker nauwelijks en concentreren gaat boven verwachting, dus ik heb iets anders nodig. De psycholoog van het HDI verwees me naar Stap.nu, een organisatie die werkt met coaches die zelf ook te maken hebben gehad met kanker. Dat zou wat kunnen zijn, een coach die "ho ho" en "hup hup" zegt op de juiste momenten. Maar de coaches van Stap.nu moeten wel betaald worden, bijvoorbeeld door een werkgever of door het UWV. En ík heb met beide niets te maken. Misschien wil mijn eigen inkomensverzekeraar over de brug komen. Daar ga ik volgende week eens naar informeren.
Ondertussen vind ik een coach in de mensen om me heen. Die vinden allemaal dat ik teveel doe. Bij vriendin E op de koffie ontstond de gouden regel: doe de helft. En daarmee stel ik mijn eigen reïntegratieprogramma samen. Beetje werken, beetje sporten, beetje uitrusten. En ook nog wat leuks doen in mijn vrije tijd. Vandaag was dat een stukje fietsen met Rocky en César en lekker lunchen onderweg.
Afgelopen donderdag was het een jaar na de eerste diagnose in het ziekenhuis. Ik heb er niet eens bij stilgestaan. Natuurlijk wil ik die hele periode graag achter me laten, maar niet vergeten. Ik neem de ervaring leven lang met me mee. Die maakt dat ik me verbonden voel met de vrouwen in mijn lotgenotengroep, of ik ze nu persoonlijk ken of niet. Sinds een paar weken ben ik lid van de groep op Facebook, waar tientallen vrouwen met borstkanker lief en leed delen. Daar merk ik dat ik echt heel veel geluk heb gehad dat de behandeling op tijd kwam en goed is aangeslagen. Op Facebook heb ik inmiddels al twee rouwkaarten langs zien komen. Ook dat is de realiteit.
Ik heb nog altijd geen oproep voor de bestralingen van mijn wervel in het VUmc. Komende vrijdag heb ik weer Herceptin. Ik hoop dat een week daarna de bestralingen kunnen beginnen. Zodra ik iets weet, schrijf ik het in een bericht van Ginger. En anders: zaterdag weer een nieuw bericht.
zaterdag 17 mei 2014
Ik ben er weer
Ben ik nog maar een week aan het werk? Het lijkt veel langer. En is dit wat ik vroeger als sleur kon ervaren? Nu voelt het alsof ik me van de ene belevenis in de andere stort. Het was ook geen normale week. Woensdag een netwerkmiddag van ZZP'ers, donderdag een borrel bij een opdrachtgever en vrijdag een rondetafelgesprek met hotemetoten. En ik grijp het allemaal gretig aan, zit op het puntje van mijn stoel en ga als laatste weg. Zoals verwacht betaal ik er tol voor. Gisteravond was ik moeier dan ik in tijden ben geweest, maar het was het waard. En wat doe ik dan in het weekend? Fietsen over de Veluwe met Rocky. César is op judokamp, Jane is bij Tarzan dus papa en mama zijn er vandoor. Nu net aangekomen in de Bed&Breakfast in Hoenderloo. Ongeveer een jaar geleden waren we ook hier in de buurt, toen in het weekend na de PET-scan, toen ik nog niet wist of ik uitzaaiingen had en zo ja hoeveel. We moesten toen nog tot dinsdag wachten voor de uitslag. Wat een marteling! Nu kijken we terug op een bewogen jaar, waar we goed uit zijn gekomen. Ik ben er weer. Ik doe weer mee. En al zal ik straks wel een stapje terug moeten doen om bij te komen, ik blijf van nu af aan in de running.
De komende week beginnen de rugbestralingen nog niet. Ik wacht op bericht van dokter D. De komende week is daarmee vrij van medische afspraken. Wanneer Ginger weer wat te melden heeft weet ik niet, maar ik zal iedere week wel wat berichten.
maandag 12 mei 2014
Slotoffensief
Dokter D nam met mij door hoe de borstbestraling was gegaan en wanneer en hoe vaak ik Herceptin kreeg. Ook wilde hij weten hoe mijn oncoloog en mijn radiotherapeut tegen de rugbestraling aankeken. Ik vertelde dat de oncoloog me definitief over de streep had getrokken: nu ik zoveel had gedaan om de kanker te bestrijden, moest ik die rugbestraling ook maar doen, om de kans te vergroten dat de ziekte voorgoed wegblijft. Een laatste aanval op de sneldelende cellen, als er nog één overgebleven mocht zijn.
Dokter D herhaalde zijn verhaal van de vorige keer: dat hij niet zeker weet of het nodig is en dus ook niet kan garanderen dat ik er na de bestraling beter voorsta dan nu. Die onzekerheid had ik al ingecalculeerd. Ik had eigenlijk maar één vraag aan dokter D: wat is het gevolg van een onverwachte beweging tijdens de bestraling, zoals hoesten of niesen? Omdat de bestraling een paar millimeter van mijn ruggenmerg plaatsvindt, zag ik scenario's voor me dat ik met één hatsjoe in een rolstoel zou belanden. Die angst wist dokter D voorgoed uit mijn hoofd te praten. Bijwerkingen aan het ruggenmerg komen maar in minder dan één procent van de gevallen voor en altijd pas op de langere termijn. Dat is één. Bovendien is de bestraling van de ruggenwervel met veiligheidswaarborgen omgeven. Tijdens de bestraling word ik in de gaten gehouden met camera's. Als ik voel aankomen dat ik moet hoesten of niesen, hoef ik mijn hand maar op te steken en de bestraling wordt gestopt. Als ik het niet voel aankomen, zien de laboranten aan me dat ik beweeg en stoppen ze de bestraling alsnog. Tijdens 33 borstbestralingen van elk een minuut of vijf heb ik niet één keer hoeven hoesten, zelfs niet toen ik kortademig was van de radiopneumonitis. Zal ik dan tijdens drie rugbestralingen van twee minuten opeens wel moeten hoesten zonder het te voelen aankomen? Lijkt me sterk.
Per sessie word ik twee keer een minuut bestraald. Tussentijds wordt gecontroleerd of ik nog goed lig. Zo niet, dan word ik opnieuw in de juiste positie gebracht. Achteraf volgt nog een controle. Blijkt dan dat ik toch teveel heb bewogen, dan krijg ik een nieuw bestralingsplan met een grotere afstand tot het ruggenmerg. Maar ik ga ervanuit dat ik net als bij de borstbestralingen voorbeeldig stil blijf liggen, zodat de stralen precies komen waar ze wezen moeten, op de voorkant van de tweede lumbale wervel, ergens middenin mijn rug.
Dokter D gaat nu met mijn oncoloog en radiotherapeut overleggen wat de beste periode is voor de bestralingen in de Herceptin-cyclus. Waarschijnlijk wordt het in de twee weken vóór een Herceptin-toediening. Dat betekent dat ik volgende week start of anders pas drie weken daarna.
Na het gesprek kon ik terecht in de ruimte ernaast voor een ct-scan. Ik heb nu rode strepen op mijn buik en in mijn zij en drie tatoeagepuntjes erbij. Vervolgens moest ik in het gebouw aan de overkant van de weg de mri-scan in. Die is nodig om te zien hoe mijn zenuwbanen lopen. Onder een dekentje lag ik een halfuurtje met mijn ogen dicht en dommelde bijna weg bij het harde maar monotone gedreun van de mri.
Een ziekenhuismiddag zit er weer op. Nu is het wachten op een telefoontje wanneer ik terecht kan. Ondertussen ga ik weer werken, morgen van negen tot kwart voor drie. Het doet me goed me weer tussen de werkenden te begeven en de rol van collega te vervullen. Gisteren heb ik een rondje gerend in het bos en was ik opeens weer een sporter. Zo komen steeds meer rollen terug. Het duurt niet lang meer tot ik het tijdperk als patiënt kan afsluiten.
vrijdag 9 mei 2014
Nieuw begin
Ongelofelijk dat dat mijn leven is geworden. Als Mama op tijd de deur uit moet, zal ze wel naar het ziekenhuis moeten. Maar nee. Ik ging voor het eerst sinds oktober weer werken en dan ook nog meteen buiten de deur. Logisch dat het voor mijn huisgenoten even wennen is. En voor mij ook. Ik fietste het grote ziekenhuis voorbij naar een naburige gemeente, waar redactiewerk voor vakbladen op me lag te wachten.
Ik had er best tegenop gezien. Zou ik het nog wel kunnen, uren achter elkaar concentratie opbrengen? Zou het niet veel te vermoeiend zijn om van negen tot kwart voor drie in touw te zijn? Het waren overbodige zorgen. Het werk ging me goed af. Het meest vermoeiend vond ik het schakelen van werken naar informele gesprekken voeren en weer terug, met opvliegers en al.
De lunch met collega's buitenshuis was gezellig, maar voor mij niet echt een pauze. Die kreeg ik pas na kwart voor drie. Toen moest ik ervandoor, weer het grote ziekenhuis voorbij en linea recta naar mijn eigen ziekenhuis voor een Herceptin-prik. Terwijl ik me uitstrekte op een chocoladeijsbruine relaxfauteuil merkte ik hoe moe ik was. Het stoorde me niet dat A eerst nog anderen hielp, ik rustte lekker uit. De Herceptin ging dit keer in mijn rechterbeen. De prik ging erin zonder dat ik het voelde. Vervolgens drukte A in kleine beetjes de vloeistof erdoor. Dat voelde als een speldenprik en was klaar voordat ik er erg in had. Ondertussen had ik A bijgepraat over mijn rugbestralingsplannen, mijn vakantie en mijn opvliegers. Prompt kreeg ik er één. Toen ik opstond van de stoel om mijn broek weer aan te trekken, lieten mijn blote benen vochtige plekke achter op het skaileer. Volgende keer krijg ik een handdoekje om op te zitten.
Thuis deed ik een hazenslaapje. Gelukkig is het alweer weekend. Volgende week ga ik weer een paar dagdelen werken. Met de ervaring van vandaag heb ik er vertrouwen in dat het dit keer geen valse start is, maar een nieuw begin van mijn werkende bestaan.
Het volgende bericht van Ginger verschijnt maandag, na het bezoek aan het VUmc.
dinsdag 6 mei 2014
Leven
Volgende week begint ook de laatste fase van mijn behandeling. Maandag heb ik een ct-scan om me voor te bereiden op de bestraling van mijn ruggenwervel L2. In de weken daarna krijg ik drie bestralingen. Met een beetje geluk ben ik nèt binnen het jaar klaar. Op 22 mei 2013 had ik mijn eerste diagnose.
Eén van mijn lotgenoten in de WhatsApp-groep vertelde gisteren dat ze inmiddels negen jaar schoon is. Waarom die datum? Omdat ze negen jaar geleden op 5 mei was geopereerd. De datum van mijn laatste rugbestraling wordt mijn mijlpaal. Vanaf dan verklaar ik mezelf schoon en ga ik verder met leven.
zaterdag 3 mei 2014
Koud, nat en actief
Ik ben deze week verder hersteld, ik heb met alles meegedaan, heb vooral uitgerust door actief te zijn. Dat geeft me het gevoel dat alles weer normaal is. Morgen gaan we naar huis. Ik hoop het gevoel vast te houden, want er komt wel een maand aan. De maand van 'een jaar later' en de maand van mijn laatste behandeling, wervelbestraling. Ik denk dat ik er genoeg kracht voor heb opgedaan.
maandag 28 april 2014
Even wifi
vrijdag 25 april 2014
Onderweg
We zijn in Duitsland. Alles goed. Ik probeer de komende week Gingers blog met foto's bij te houden. Misschien morgen de eerste.
woensdag 23 april 2014
Minder moe
vrijdag 18 april 2014
Goede vrijdag
Thuis had de familie op mij gewacht met de goede-vrijdag-brunch. Na het paasbrood, eieren en croissants moesten we alweer vertrekken naar het ziekenhuis voor mijn eerste Herceptin-behandeling met een onderhuidse prik, medische afspraak nummer zes. Omdat ik het een beetje spannend vond, ging Rocky weer een keertje mee. Gelukkig beviel het goed. De prik in het bovenbeen voelde ik wel en bleef ik voelen terwijl A de Herceptin beetje bij beetje inspoot, maar na een kleine vijf minuten was het al klaar. Zo gaat het dus voortaan iedere drie weken. Ik teken ervoor.
Er stond nog één taak op mijn lijstje: het VUmc bellen om de rugbestraling in gang te zetten. De dame aan de telefoon vertelde me dat de planning vandaag vrij had, maar ze zou het dinsdag doorgeven. Tevreden ging ik naar bed. Ik was net wakker toen er telefoon voor me was. Dokter D, de Canadese radiotherapeut van het VUmc himself. De planning mocht dan vrij zijn, dokter D zat vol daadkracht. Hij had na mijn eerste aarzeling in maart geen informatie meer gekregen van mijn radiotherapeut, dokter X. Dokter D wist daarom niet beter dan dat ik voorlopig van bestraling wilde afzien. Ik legde uit dat ik meer tijd nodig had gehad om de beslissing te nemen. Hij klonk verheugd dat ik het toch wilde doorzetten. No problem. Hij gaat een CT-scan inplannen in de week na 5 mei. Met een take care sloot hij het gesprek af. Ik heb er bijna zin in om met deze dokter in zee te gaan. Een goed besluit van mijn medische vrijdag. Laat nu het weekend maar beginnen.
donderdag 17 april 2014
Wervelbestraling, ik zou het maar doen!
Na het eerste gesprek met de radiotherapeut van het VU-ziekenhuis was ik behoorlijk gaan twijfelen over de drie voorgeschreven bestralingen. Niemand weet namelijk of bestraling echt nodig is, want de PET-scan laat geen kankercellen meer zien in de ruggenwervel, dankzij chemo en herceptin. Alleen de MRI-scan toont nog een haarfijne afwijking. Een restant van de uitzaaiing? Een slijtageplekje? Ze weten het niet. Maar als ik laat bestralen, loop ik wel een risico op ellendige bijwerkingen. Een zeer klein risico, dat wel, maar als het onnodig is, waarom zou ik het dan doen?
Met die vraag heb ik weken lopen stoeien. Weken waarin mijn borst en klieren er flink van langs kregen in de radiotherapie. Weken waarin ik dacht: als ik dit allemaal moet ondergaan met een borst waar geen tumor meer in zit, dan zal al dat bestralen toch wel een functie hebben. Dan zal het ook zijn nut wel hebben om de ruggenwervel een dosis te geven. En als ik het niet zou doen, zou ik toch altijd blijven denken: had ik het toch niet moeten doen?
Dokter T liet er geen twijfel over bestaan. Hoewel de prognose bij uitgezaaide borstkanker ongunstig is, heb ik met mijn ene, zo goed als verdwenen uitzaaiing een goede kans om in de overlevingsstatistieken aan te sluiten bij de groep zonder uitzaaiing. Zeker gezien het effect van de behandeling tot nu toe. "Maar dan moet je nu doorgaan!" waarschuwde dokter T. Ja dokter, goed dokter, dat was ik ook van plan dokter.
Ik ga morgen bellen naar het VUmc.
woensdag 16 april 2014
Koudwatervrees
maandag 14 april 2014
Afscheid van de longarts
's Middags maakte ik hetzelfde ritje nog een keer door de stromende regen, dit keer voor een longfoto. Een week of vier geleden was er ook een longfoto gemaakt, waaruit bleek dat de bestraling schade had aangericht. Nu de bestraling is afgelopen, is het tijd om de balans op te maken. Na het maken van de foto mocht ik meteen door voor mijn derde afspraak, die met de longarts. Hij liet me de foto zien. De geplaagde rechterlong is alweer beter aan het worden. Ik moet mijn prednison nog opmaken (10 x 5 mg) en dan is het weer klaar. Ik nam afscheid van de longarts, hopelijk voorgoed.
Nu ik toch weer in het ziekenhuis was, liep ik ook nog even langs de dagbehandeling. Zoals ik al hoopte, konden ze me daar de uitslag van de ejectiefractiebepaling vertellen. 59 procent. Alles boven de 50 is goed. Het hoogste wat ik ooit heb gehaald is 61. Goed nieuws dus. De herceptinprik aanstaande vrijdag kan doorgaan.
Nu heb ik twee dagen ziekenhuisvrij. Donderdag is de eerste afspraak weer, met de oncoloog. De opluchting over het einde van de bestralingen is er nog steeds, al moet ik wel goed mijn rust bewaken. Te weinig slaap werpt meteen een schaduw. Vanmiddag heb ik dus toch maar even mijn ogen dichtgedaan op de bank. Het was maar een halfuurtje, waarin César me met rust liet. Toen ik wakker werd scheen de zon.
vrijdag 11 april 2014
Goede conditie
Ik meldde me bij mijn eigen fitnesscentrum voor sporten onder begeleiding en ontdekte dat ik daar in daluren voor €20 per maand onbeperkt kan trainen. Vanmorgen heb ik mijn eerste begeleide training gehad. Het heet dan wel geen oncologische revalidatie, maar ik begin me af te vragen of ik dat wel nodig heb. We begonnen met een conditietest op de fiets. Daaruit bleek dat mijn conditie goed is. "Beter dan het gemiddelde van de mensen die hier trainen", vertrouwde mijn instructeur me toe. Sinds mijn laatste bestraling kan mijn humeur al niet meer stuk, maar dit deed er nog een schepje bovenop. Daarna deden we krachtoefeningen voor benen, armen en romp, nog niet met het volledige aantal herhalingen, maar het was pittig genoeg. Volgende week weer verder.
Na zo'n ervaring lijkt €37,50 per training volstrekt onverantwoord, niet alleen voor mijn portemonnee, maar ook voor die van de zorgverzekeraar.
Het volgende bericht van Ginger verschijnt maandag, na het bezoek aan de longarts.
woensdag 9 april 2014
Klaar!!!
Uitrusten heeft bij mij een veelzijdige betekenis. Omdat ik vandaag pas 's middags naar de bestraling hoefde, ben ik de dag begonnen met een rondje fitness. Ik knap er altijd van op als ik merk hoeveel ik nog kan. En vanaf nu kan ik daar mijn energie weer aan gaan geven. Niet meer fietsen naar het ziekenhuis, maar lekker sporten en daarvan thuis uitrusten. En zo steeds een beetje meer kunnen.
Na mijn slaapje haalde ik ingrediënten voor frambozencupcakes en toen was het al bijna tijd om te gaan. We fietsten samen in de zon. Ik ken iedere hobbel in het wegdek na de 33 tochtjes die ik heb gemaakt. Niet liegen, 31 tochtjes. Eén keer ging ik met de bus en één keer met de auto. Voor de laatste keer in de wachtkamer met de deuren naar de kleedhokjes. Voor de laatste keer opgeroepen worden. Voor de laatste keer wachten tot de deur aan de andere kant open gaat en ik met bloot bovenlijf meeloop naar de bestralingsruimte. En na afloop alle vijf aanwezige medewerkers een handje schudden, nog steeds met mijn blote tieten. Bedankt, aardige dames. "Het zal wel even wennen zijn, dat u niet meer hoeft te komen", zei er eentje. Nou, reken maar dat dat heel snel went!
De routinecontrole bij de radiotherapeut stelde weinig voor. Pijntjes die ik voel rondom mijn borst horen erbij en gaan hoogstwaarschijnlijk weer weg. Ik kan ook jeuk op mijn rug krijgen, omdat de stralen dwars door mijn lijf heen zijn gegaan. Vandaar dat ik ook mijn oksel voel, hoewel de bestraling daar niet op was gericht. En ik kreeg nog een advies. Hou de rem erop. Steeds een beetje meer kunnen is fijner dan noodgedwongen een stap terug moeten doen. Nu is het de kunst om zelf te bepalen welk stapje ik erbij kan doen en waarmee ik nog moet wachten.
Het advies kwam precies op tijd. Aan het einde van de middag werd ik alweer gebeld door een opdrachtgever. Of ik in mei alsnog halve dagen zou kunnen komen werken, de klus die ik voor maart en april had afgezegd. Ik dacht aan het remadvies en weigerde dapper. Eerst werken aan mijn herstel. Dat is voorlopig inspannend genoeg.
En toen at broer H mee van de nasi en de frambozencupcakes. En zo eindigde de dag zoveel opgeruimder dan de dagen van de afgelopen zeseneenhalve week. Ik ben nog niet helemaal klaar (volgende week longarts, oncoloog en herceptin en later dit (voor-)jaar nog drie rugbestralingen in Amsterdam) maar voorlopig kan ik gaan opknappen om eind april fit op vakantie te gaan. Het ergste is nu dat ik vanaf vier uur vanmiddag jeuk heb aan mijn rug. Wat een heerlijk luxeprobleem.
maandag 7 april 2014
Nog twee
Ondertussen heeft mijn inkomensverzekeraar bericht gestuurd dat men geen aanleiding ziet het arbeidsongeschiktheidspercentage te wijzigen. Ze baseren zich op gegevens die mijn oncoloog met mijn toestemming heeft verstrekt. Ik weet niet wat hij heeft verklaard, maar het geeft me een dubbel gevoel. Fijn dat ik de vrijheid heb om nog even niet te werken, maar ik mis een perspectief. Ik had best graag gehoord dat ze denken dat ik wel wat kan.
Ik kan ook wel wat. Een huurauto uitzoeken om mee op vakantie te gaan bijvoorbeeld. Mijn kantoor weer wat verder ordenen. Een blog bijhouden. En vandaag heb ik zelfs een heuse opdracht aangenomen. Niet te ambitieus, lekker thuis en met een ruime deadline. Straks moet ik mijn inkomensverzekeraar er nog van overtuigen dat ik best kan werken. Dat is toch beter dan andersom.
De juiste balans vinden tussen inspanning en ontspanning, dat wordt de kunst. Dan kan mijn leven weer in de eerste versnelling. Het wordt wel weer tijd.
vrijdag 4 april 2014
Weekend
Mijn borst en hals zijn inmiddels aardig rood, maar nog steeds heel. Slapen doe ik nog met overgave, maar ik had dan ook een extra fietstocht in de benen om César te zien optreden op school. De prednison is nog onmisbaar, maar na woensdag gaat de dosis omlaag. Eindelijk heb ik wat houvast aan de einddatum van 9 april. Nog drie keer te gaan, dat is echt bijna niks.
Ik ga genieten van mijn twee stralingsvrije dagen. Het wordt het laatste weekend tussen twee radiotherapieën door. Volgend weekend ben ik weer echt een vrije vrouw.
Het volgende bericht van Ginger verschijnt maandag.
woensdag 2 april 2014
De andere kant van het hek
maandag 31 maart 2014
Memories
Vandaag is ook de dag waarop ik terugdenk aan 16 jaar geleden. Die dag had ik voor het eerst een baby aan mijn borst. Het is nog steeds één van de mooiste dagen van mijn leven. Acht maanden heb ik haar borstvoeding gegeven, en vier jaar later César nog zes maanden. Redelijk lang, vond ik zelf, en dat zou beschermend moeten werken tegen borstkanker. Maar ik ga mezelf niet wijsmaken dat het niet lang genoeg was. Het was goed zoals het was. Mijn borsten hebben hun werk goed gedaan zolang het nodig was en zolang het kon. En nog steeds zijn ze niet uitgerangeerd. Een kind dat troost nodig heeft, kan nog steeds bij mamma terecht. Links en rechts. Net als vroeger.
vrijdag 28 maart 2014
Somber? Ik?
Vandaag fietste ik na de bestraling meteen door naar mijn eigen ziekenhuis voor een herceptinkuurtje. Ik werd warm ontvangen door de verpleegkundigen en praatte A bij over mijn wel en wee. Ze prikte me voor de laatste keer in mijn ader, want voortaan krijg ik de herceptin onderhuids in mijn bovenbeen. Dat gaat sneller en geeft ook minder de associatie met chemo. Volgende keer dus maar een rokje aan in plaats van ruime mouwen.
En nu eerst een lenteweekend met een feestje. Jane wordt 16 en dat moet gevierd worden. Prettig weekend!
Het volgende bericht van Ginger verschijnt maandag.
woensdag 26 maart 2014
Prednison afbouwen
Hoewel de klachten weg zijn, vond de longarts dat de behandeling met prednison door moest gaan. Gedurende de bestralingen nog 30 mg, daarna afbouwen. Ik sputterde wat. "Zóveel?" En: "Ik heb wel een paar keer slecht kunnen slapen." En: "Wat als we niets doen?" Op die laatste vraag had hij een duidelijk antwoord. Niet behandelen geeft risico op terugkeer van de klachten en op de ontwikkeling van littekenweefsel. Toch had mijn gesputter wel resultaat. Hij luisterde naar mijn longen en hoorde niets afwijkends. En daarom mocht ik toch terug naar 20 mg gedurende de komende twee weken en daarna naar 10 mg. Na de bestralingen moet ik terukomen voor een nieuwe foto en een nieuw consult. Ze houden me goed in de gaten daar. Zodat het allemaal weer goedkomt.
dinsdag 25 maart 2014
Radiopneumonitus
De aandoening heeft een naam die op mijn lachspieren werkt: radiopneumonitus. Het is een reactie van het immuunsysteem van het lichaam op een beschadiging van de long als gevolg van bestraling. Zeg geen longontsteking tegen een radiopneumonitis, want er komt geen bacterie of virus bij kijken. Het is het lichaam zelf dat de ontstekingsreactie geeft. Vandaar dat prednison zo goed helpt, want dat onderdrukt het immuunsysteem.
Mijn radiotherapeut dokter X heeft me er vandaag wat meer over verteld. Voor hem was het ook een leerzame ervaring, want hij vond dat ik maar weinig klachten had voor een radiopneumonitus. Koorts hoort erbij, en dat had ik alleen in het voorafgaande weekend gehad, maandag en dinsdag niet. En bij die koorts dacht ik nog dat het een griepje was. Wist ik veel dat ik de radiopneumonitus had? Hoe dan ook, de radiopneumonitus is net zo snel gegaan als die was gekomen. Dokter X verwacht dat ik al snel kan stoppen met de prednison, maar dat is aan de longarts om te beoordelen en die zie ik morgen.
Nu ik toch bezig ben met bijwerkingen: sinds een week heb ik ook wat last met slikken. Het is te vergelijken met slikken als je beginnende keelpijn hebt, maar bij mij komt de gevoeligheid een fractie van een seconde na het echte slikmoment en alleen rechts. Ook dit is een reactie op de bestraling, die eveneens vanzelf weer overgaat. Ik heb er zakjes met slokdarmbeschermende emulsie voor, die ik een halfuur voor iedere maaltijd gebruik. Dat werkt goed.
Mijn huid houdt zich nog goed. Mijn velletje is wat roder, maar wel heel. Ik tel de dagen af. Nog 11 keer onder de stralen. Ik ben al op twee derde.
maandag 24 maart 2014
Een goeie dag
Vandaag zat, toen ik terugkwam van mijn bestraling, César aan zijn ontbijt. De juffen en meesters hadden een studiedag. We begonnen aan zijn spreekbeurt over Nero, maar na een uurtje wilde César wel van zijn vrije dag gaan genieten. Met hem om me heen vond ik het ongezellig meteen te gaan slapen, dus ik besloot orde te gaan scheppen in mijn werkkamer. Die klus wacht al sinds december. Het lijkt een ideale manier om weer aan werk te wennen: therapeutische klusjes zoals mijn archief opruimen. Soms besteed ik er een paar uur aan en dan zinkt de moed me weer in de schoenen. Maar vandaag waren het een paar productieve uren, waarna ik zin had om morgen weer verder te gaan. Zou het toch de prednison zijn?
Langzamerhand was het hoogste tijd om mijn ogen dicht te doen, maar boodschappen doen in de zon kon er nog nèt bij. Controle hebben over mijn dagindeling doet me goed. Geen verrassingen, geen tegenvallers, alleen voorspelbare moeheid. Aan het eind van de middag was het goed slapen.
Morgen zie ik voor het eerst mijn radiotherapeut na mijn longschadediagnose. Daarover morgen een extra bericht van Ginger.
zaterdag 22 maart 2014
Helpende gedachten
De lange duur van mijn behandeling mag mij dan vermoeien, maar niet mijn omgeving. De mailtjes, sms'jes, appjes en bezoekjes blijven komen en blijven hartverwarmend. En Rocky blijkt onvermoeibaar in huishoudelijke taken. Ik moet moeite doen om een boodschapje te mogen doen.
Alles gaat weer over. En de kanker is al weg.
Naast de narigheid, is er iedere dag ook wel iets om van te genieten. Vandaag een samenzijn met familie en later met vrienden, lekker eten en drinken, serieuze gesprekken maar ook plezier. Na afloop erg moe, maar ik heb een goed excuus om vroeg naar bed te gaan.
Voor alles is een oplossing.
Op vakantie naar het Zwarte Woud eind april, begin mei. Schotland kan wachten, eerst de lente vieren tegen de heuvels van de Gutach, boven de houtzagerij en met uizicht op de Schwarzwaldbahn. Een idyllische omgeving, waarvan ik alleen maar idyllische foto's heb, bijvoorbeeld van idyllische kinder- en gezinstafereeltjes. Confronterend is het ook, want vorig jaar was de meivakantie de laatste 'onwetende' vakantie. Dezelfde maand kreeg ik mijn diagnose. Maar dit jaar in mei ben ik er 'alweer' vanaf, kan ik echt gaan opbouwen, met factor 50 in de zon en genieten van de omgeving en van elkaar. Nog maar vijf weken geduld.
vrijdag 21 maart 2014
Longpatiënt
Geen spanning
Alweer hoorde hij niets bijzonders en vroeg of het van de spanning kon zijn. Dinsdag had hij me enigszins labiel gezien, dus ik vergeef het hem. Maar nee, geen spanning. Dinsdag trouwens ook niet, wel een diepe weerzin tegen weer moeten dealen met bijwerkingen die mijn fitheid afbreken. De klachten: pijn op de borst bij het ademhalen, niet voluit kunnen ademen, langzamer moeten lopen en fietsen.
"Prikje in je slagader"
Zelfbeheersing
Escape
Opluchting
Het werd lunchtijd. Rocky kreeg een broodje ham van een vrijwilligster. De dokter kwam met de bloeduitslagen. Geen longembolie. "Zijn er geen afbraakstoffen van bloedstolsels gevonden in het bloed?" vroeg dokter R, die zijn nieuwe smartphone met internet goed weet te gebruiken. "Precies!" zei dokter S, duidelijk onder de indruk. Nu wist ik echt zeker dat DE PRIK niet meer hoefde. Alleen nog de ct-scan in, maar zonder contrast. Even erin en eruit, dat was alles.
Daarna duurde het niet lang meer voordat we de uitslag kregen. Een radioloog had de beelden beoordeeld. Op de scan en de foto waren "geen noemenswaardige" afwijkingen te zien, dus het virus was het enige scenario dat overbleef. Dat moest vanzelf overgaan en dat kon wel even duren.
We besloten dat dit goed nieuws was en gingen een ijsje eten vlakbij het ziekenhuis. Ik had ook erg veel zin in een gevulde koek. "Ga maar halen bij de bakker aan de overkant, ik wacht wel", zei Rocky. Ik maakte nog een grap door met mijn armen omhoog te doen alsof ik roekeloos de drukke weg over zou steken.
Ik haalde alsnog mijn gevulde koeken en stak weer over. Bij de fiets vertelde ik het hele verhaal aan Rocky. We besloten dat dit een betere uitslag was. Ik fietste door naar de apotheek en haalde de medicijnen. Daarna even stemmen en vervolgens naar bed.