maandag 28 april 2014

Even wifi

Ginger is deze week ver van huis en ver van wifi. Nu even bij de rodelbahn in Gutach mét wifi. Het is koud, bewolkt en nat, maar de rodelbahn is gewoon open. We hebben het goed, ondanks de wolken. Na de lange reis waren we de auto goed zat. Daarom hebben we gisteren een wandeling vanuit huis gemaakt. Het huis is tegen een berg aan gebouwd, dus we zitten meteen al in een mooi gebied. We zijn op de Schloßfelsen geklauterd en hebben mooie uitzichten op de vallei bewonderd.
De patiënt Ginger is geloof ik thuisgebleven. Middagdutjes sla ik over. Ik ga tegen etenstijd even liggen en ik slaap 's morgens uit. Gisteren was ik voor het eerst in twee maanden mijn dagelijkse pil vergeten te nemen bij het ontbijt. En de eigenares van het huis, die we één keer per jaar zien, vroeg me bij aankomst bezorgd waarom ik mijn haar kort had. Op die vraag was ik niet voorbereid. Ik heb een smoes verzonnen. Ik vertel het later wel. Of niet. Het ligt toch achter me. Daarom stuur ik deze week ook geen lange blogs de wereld in. Als ik wifi tegenkom wordt het af en toe een foto. En anders blijft het even stil.





vrijdag 25 april 2014

Onderweg

We zijn in Duitsland. Alles goed. Ik probeer de komende week Gingers blog met foto's bij te houden. Misschien morgen de eerste.

woensdag 23 april 2014

Minder moe

Een deel van de bloemen staat er nog goed bij, maar de laatste bestraling waarvoor ik ze kreeg ligt toch echt al twee weken achter me. De tijd gaat ineens een stuk sneller nu het leven me weer toelacht. Ik probeer nog steeds iedere dag te slapen, maar het lukt niet meer altijd. En dan blijkt dat ik het zonder ook wel red. Tegelijkertijd ben ik meer aan het doen. Sporten, huishoudelijke klussen, auto rijden. Het lukt allemaal.
Zo ben ik in twee weken tijd een stuk vooruitgegaan. Toch wil ik ook het advies van mijn arboarts niet in de wind slaan. Ze raadde me het online programma 'Minder moe bij kanker' van het Helen Dowling Instituut (HDI) aan. De titel bevalt me niks. 'Minder moe na kanker' spreekt me meer aan, maar mindermoenakanker.nl bestaat helaas niet. Ik negeerde dus de naam en bezocht de website, om erachter te komen dat de basisverzekering het programma sinds 1 januari 2014 niet meer dekt. Alleen bij terugkerende depressies vergoedt de basisverzekering de benodigde €1100. Ik heb niet eens een beginnende depressie, dus ik gaf mezelf weinig kans. Toch maar even gebeld naar het HDI. 'U kunt het ook zelf betalen.' Tja, als ik terugkerende depressies had zou ik het overwegen. Als ex-kankerpatiënt met plannen voor de Singelloop wees ik de suggestie af. Vervolgens bleek dat ik toch een kans maak om een aangepaste vorm van het programma te volgen. Het HDI is bezig het programma om te vormen zodat het weer binnen de normen van de zorgverzekeraars valt. Maar dan moest ik wel 'moe genoeg' zijn. Dat kon ik bepalen met behulp van een test op de website. Stellingen als 'ik zit vol plannen', 'ik ben gauw moe' en 'het kost me moeite mijn gedachten ergens bij te houden' moest ik voorzien van een stip bij 'Ja, dat klopt', 'Nee, dat klopt niet' of ergens ertussenin. Ik vulde de test eerlijk in, met veel stippen in het midden, een paar aan de positieve kant en een paar aan de negatieve. Het had me niet verrast als de uitslag was geweest dat het met mijn moeheid wel meeviel, maar het was anders. Er was sprake van verhoogde tot ernstige vermoeidheid. Dus áls de aanpassingen klaar zijn, over een paar weken, mag ik toch meedoen. De verwijsbrief van de huisarts heb ik al. Maar ik houd het ook voor mogelijk dat ik over een paar weken al beter scoor op de test. Ik ga namelijk het offline en offroad programma 'Minder moe bij vakantie' volgen met de vervolgmodule 'Minder moe na vakantie'. Over twee dagen begin ik.

De enige medische afspraak deze week was met mijn chirurg, dokter B. Ik verheugde me op een afscheid, maar daar vergiste ik me in. Dokter B controleert namelijk niet alleen het geopereerde gebied ('Dat voelt soepel! Het ziet er goed uit!'), maar ook de linkerborst. En dat blijft ze voorlopig iedere drie maanden doen, daarna jaarlijks. Ook wordt er voortaan ieder jaar een mammografie gemaakt. De rechterborst is in januari aan de beurt, de linker officieel al in mei, want die was na de diagnose vorig jaar niet meer opnieuw in beeld geweest. We besloten met zijn drieën dat allebei de meisjes pas in januari weer op de foto gaan. Zo snel na een zo effectieve chemokuur maak ik me niet ongerust. Gelukkig houdt dokter B houdt me goed in de gaten. Ieder seizoen gaat ze me een geruststelling geven. Daarvoor wil ik wel even terug naar het ziekenhuis.

Het volgende bericht van Ginger verschijnt vrijdag.

vrijdag 18 april 2014

Goede vrijdag

Voor de kinderen was het vandaag een vrije dag, maar niet voor mij en mijn zorgverleners. Goede vrijdag begon met een bezoek aan de arboarts, (ingelaste) medische afspraak nummer vijf deze week. Mijn arboarts is een oma met een huisartspraktijk in het centrum, die zich voorstelt met haar voornaam, H. Ik was meteen op mijn gemak bij haar, terwijl ze mijn ziektejaar met me doornam, aantekeningen makend op losse A4-tjes. De feiten over mijn behandeling wist ze al, van mij wilde ze vooral weten wat de impact ervan was geweest op mij. Ze nam er de tijd voor. We waren zeker een halfuur verder toen we het voor het eerst over werk hadden. Ik vertelde over de twee klusjes die ik wilde gaan doen en de conclusie was dat ik vanaf 16 mei een poging ga doen om 25 procent te gaan werken. Als het niet lukt, kan ik weer terug naar nul. Ik mocht zelfs kiezen om voorlopig op nul te blijven, maar wat ik het liefste wil is over een maand voor 25 procent aan de slag gaan, dus daar koos ik voor. H raadde me een online programma van het Helen Dowling Instituut aan om de moeheid aan te pakken en keek nog even naar mijn borst, oksel en schouder. Ze vond het er mooi uitzien, drukte me op het het hart mijn rechterschouder te ontspannen en we maakten een nieuwe afspraak voor eind juni.
Thuis had de familie op mij gewacht met de goede-vrijdag-brunch. Na het paasbrood, eieren en croissants moesten we alweer vertrekken naar het ziekenhuis voor mijn eerste Herceptin-behandeling met een onderhuidse prik, medische afspraak nummer zes. Omdat ik het een beetje spannend vond, ging Rocky weer een keertje mee. Gelukkig beviel het goed. De prik in het bovenbeen voelde ik wel en bleef ik voelen terwijl A de Herceptin beetje bij beetje inspoot, maar na een kleine vijf minuten was het al klaar. Zo gaat het dus voortaan iedere drie weken. Ik teken ervoor.
Er stond nog één taak op mijn lijstje: het VUmc bellen om de rugbestraling in gang te zetten. De dame aan de telefoon vertelde me dat de planning vandaag vrij had, maar ze zou het dinsdag doorgeven. Tevreden ging ik naar bed. Ik was net wakker toen er telefoon voor me was. Dokter D, de Canadese radiotherapeut van het VUmc himself. De planning mocht dan vrij zijn, dokter D zat vol daadkracht. Hij had na mijn eerste aarzeling in maart geen informatie meer gekregen van mijn radiotherapeut, dokter X. Dokter D wist daarom niet beter dan dat ik voorlopig van bestraling wilde afzien. Ik legde uit dat ik meer tijd nodig had gehad om de beslissing te nemen. Hij klonk verheugd dat ik het toch wilde doorzetten. No problem. Hij gaat een CT-scan inplannen in de week na 5 mei. Met een take care sloot hij het gesprek af. Ik heb er bijna zin in om met deze dokter in zee te gaan. Een goed besluit van mijn medische vrijdag. Laat nu het weekend maar beginnen.

donderdag 17 april 2014

Wervelbestraling, ik zou het maar doen!

Medische afspraak nummer vier deze week was met mijn oncoloog, dokter T. Een gewone controle, die voortaan één keer per drie maanden gaat plaatsvinden, steeds na een ejectiefractiebepaling. Voor mij was het vooral het gesprek waarin ik het over de bestraling van de ruggenwervel wilde hebben.
Na het eerste gesprek met de radiotherapeut van het VU-ziekenhuis was ik behoorlijk gaan twijfelen over de drie voorgeschreven bestralingen. Niemand weet namelijk of bestraling echt nodig is, want de PET-scan laat geen kankercellen meer zien in de ruggenwervel, dankzij chemo en herceptin. Alleen de MRI-scan toont nog een haarfijne afwijking. Een restant van de uitzaaiing? Een slijtageplekje? Ze weten het niet. Maar als ik laat bestralen, loop ik wel een risico op ellendige bijwerkingen. Een zeer klein risico, dat wel, maar als het onnodig is, waarom zou ik het dan doen?
Met die vraag heb ik weken lopen stoeien. Weken waarin mijn borst en klieren er flink van langs kregen in de radiotherapie. Weken waarin ik dacht: als ik dit allemaal moet ondergaan met een borst waar geen tumor meer in zit, dan zal al dat bestralen toch wel een functie hebben. Dan zal het ook zijn nut wel hebben om de ruggenwervel een dosis te geven. En als ik het niet zou doen, zou ik toch altijd blijven denken: had ik het toch niet moeten doen?
Dokter T liet er geen twijfel over bestaan. Hoewel de prognose bij uitgezaaide borstkanker ongunstig is, heb ik met mijn ene, zo goed als verdwenen uitzaaiing een goede kans om in de overlevingsstatistieken aan te sluiten bij de groep zonder uitzaaiing. Zeker gezien het effect van de behandeling tot nu toe. "Maar dan moet je nu doorgaan!" waarschuwde dokter T. Ja dokter, goed dokter, dat was ik ook van plan dokter.
Ik ga morgen bellen naar het VUmc.

woensdag 16 april 2014

Koudwatervrees

Wanneer ga ik weer werken? Het is een vraag die me al maanden bezighoudt. Nu ik net een week klaar ben met de bestralingen, weet ik dat ik mezelf best even de tijd mag gunnen om bij te komen. Ik vul mijn dagen met leuke en nuttige activiteiten. Nieuwe kleren kopen voor César, sociale afspraken, slapen. Ik heb geen tijd om te werken, zeg ik grappend, maar eerlijk gezegd vraag ik me echt af hoe ik het ooit weer zal kunnen. Uren aan een stuk concentreren, onder druk staan, doorzetten als iets tegenzit. Mijn inkomensverzekeraar verwacht nog niets van me, maar mijn vakantieportemonnee wel. Alleen al daarom wil ik graag snel aan de slag. Maar ik ben bang een stap terug te moeten doen als blijkt dat ik te veel hooi op mijn vork neem. En kan ik eigenlijk nog wel interviewen? Scherp zijn? Snel tot de essentie komen?
Omdat ik wel eens wilde weten hoe anderen dat aanpakken, had ik vandaag een ontmoeting met twee lotgenoten die ongeveer in dezelfde fase zitten. Allebei zijn ze een paar dagdelen per week aan het werk en allebei hebben ze van hun arboarts gehoord dat ze de rem erop moeten houden. Overdag slapen doen ze niet (meer), dat maakt het iets makkelijker. C breidt haar twee uurtjes op een dag langzaam uit naar drie. Binnenkort gaat ze haar bureauwerk voorzichtig uitbreiden met taken die meer concentratie vragen, zoals gesprekken voeren. J is ook begonnen met relatief gemakkelijke onderdelen en geeft zelf aan welke dat zijn voor haar. Ze volgt het programma 'Herstel en balans' en leert daarin onder andere hoe ze haar energie goed kan verdelen. Ze schrijft dagelijks op wat ze doet en geeft haar moeheid aan het eind van de dag een cijfer. Zo probeert ze grip te krijgen op bezigheden die veel van haar vergen. 
Ik heb twee opdrachten liggen. Een bureauklus zonder deadline en een interview met verschillende mensen tegelijk over een maand. Twee keer twee uur werken per week lijkt me een goed begin. Eerst het bureauwerk, daarna eens een telefonisch interview doen en over een maand het grotere werk. En in een logboek bijhouden wat ik doe en wat het effect ervan is op lijf en geest aan het eind van de dag. Daar ga ik na Pasen eens mee oefenen.
We hadden nog veel meer te vertellen, mijn lotgenoten en ik. Bij een lunch in de zon kwamen alle ongemakken langs. En ook dat het zo fijn is om die met elkaar te bespreken. 
Toen ik thuis kwam lag er een brief van mijn inkomensverzekeraar. Of ik een afspraak wilde maken met een controlerend arts. Eindelijk. Kan ik mooi mijn eigen reïntegratieplan bespreken. Tevreden ging ik naar bed.

maandag 14 april 2014

Afscheid van de longarts

Deze week heb ik net zoveel ziekenhuisafspraken als in een gemiddelde bestralingsweek, namelijk vijf. Vandaag kon ik er al drie afstrepen. Om bij het begin te beginnen: 's ochtends moest ik me melden voor een ejectiefractiebepaling, ook wel hartecho genoemd. Doel is om te kijken of de immunotherapie (herceptin), die ik nog elke drie weken krijg, mijn hart niet te veel belast. Een zeer ervaren laborant gaf me in één keer een goeie prik met radioactieve vloeistof en daarna moest ik vier minuten stil liggen met een handdoek over mijn borst. Aankleden, terug naar de wachtkamer tot bekend was dat de foto's gelukt waren en toen door een hagelbui naar huis voor een boterham.
's Middags maakte ik hetzelfde ritje nog een keer door de stromende regen, dit keer voor een longfoto. Een week of vier geleden was er ook een longfoto gemaakt, waaruit bleek dat de bestraling schade had aangericht. Nu de bestraling is afgelopen, is het tijd om de balans op te maken. Na het maken van de foto mocht ik meteen door voor mijn derde afspraak, die met de longarts. Hij liet me de foto zien. De geplaagde rechterlong is alweer beter aan het worden. Ik moet mijn prednison nog opmaken (10 x 5 mg) en dan is het weer klaar. Ik nam afscheid van de longarts, hopelijk voorgoed.
Nu ik toch weer in het ziekenhuis was, liep ik ook nog even langs de dagbehandeling. Zoals ik al hoopte, konden ze me daar de uitslag van de ejectiefractiebepaling vertellen. 59 procent. Alles boven de 50 is goed. Het hoogste wat ik ooit heb gehaald is 61. Goed nieuws dus. De herceptinprik aanstaande vrijdag kan doorgaan.
Nu heb ik twee dagen ziekenhuisvrij. Donderdag is de eerste afspraak weer, met de oncoloog. De opluchting over het einde van de bestralingen is er nog steeds, al moet ik wel goed mijn rust bewaken. Te weinig slaap werpt meteen een schaduw. Vanmiddag heb ik dus toch maar even mijn ogen dichtgedaan op de bank. Het was maar een halfuurtje, waarin César me met rust liet. Toen ik wakker werd scheen de zon.

vrijdag 11 april 2014

Goede conditie

Hier heb ik weken naar uitgekeken: kracht en conditie opbouwen zonder terug te vallen. Vorige week heb ik voorzichtig op verschillende fitnessapparaten geoefend onder begeleiding van mijn fysiotherapeute. Ik was aan haar gehecht geraakt. Ze heeft mijn lymfebanen gemasseerd na de operatie, ze heeft de ontsteking van mijn oksellitteken zien wegtrekken en de harde plek eronder soepeler gemaakt. Ze had me graag verder willen helpen met 'oncologische revalidatie', zoals het programma heet. Ik zou dan met een groep lotgenoten twee keer per week fitnessen onder begeleiding. Het leek me wel wat, de deskundige begeleiding van mijn gespecialiseerde fysiotherapeute. Helaas vergoedt mijn verzekering maar negen fysiotherapeutische behandelingen. De volgende elf had ik zelf moeten betalen en pas vanaf de twintigste zou de zorgverzekaar weer gaan vergoeden. De eerste negen behandelingen had ik er nèt op zitten, dus ik zou in vijfeneenhalve week 11 x €37,50 = €412,50 armer zijn. Dat vond ik iets te veel voor verantwoord sporten, dus ik nam met spijt afscheid van mijn fysiotherapeute.
Ik meldde me bij mijn eigen fitnesscentrum voor sporten onder begeleiding en ontdekte dat ik daar in daluren voor €20 per maand onbeperkt kan trainen. Vanmorgen heb ik mijn eerste begeleide training gehad. Het heet dan wel geen oncologische revalidatie, maar ik begin me af te vragen of ik dat wel nodig heb. We begonnen met een conditietest op de fiets. Daaruit bleek dat mijn conditie goed is. "Beter dan het gemiddelde van de mensen die hier trainen", vertrouwde mijn instructeur me toe. Sinds mijn laatste bestraling kan mijn humeur al niet meer stuk, maar dit deed er nog een schepje bovenop. Daarna deden we krachtoefeningen voor benen, armen en romp, nog niet met het volledige aantal herhalingen, maar het was pittig genoeg. Volgende week weer verder.
Na zo'n ervaring lijkt €37,50 per training volstrekt onverantwoord, niet alleen voor mijn portemonnee, maar ook voor die van de zorgverzekeraar.

Het volgende bericht van Ginger verschijnt maandag, na het bezoek aan de longarts.

woensdag 9 april 2014

Klaar!!!

Zo voelt het dus als je klaar bent met bestralen. Nog even moe, maar o zo blij. Om vier uur stonden we buiten, Rocky en ik. Ik whatsappte naar mijn lotgenoten "Ik ben klaar!!!" en kreeg meteen blije reacties, zelfs van C, die in Andalusië van haar vakantie geniet. Ik schoot er vol van. En ook toen tijdens het koken opeens broer H voor het raam stond met een grote bos bloemen. Op het kaartje: "Welkom aan de goede kant van het hek." Ik voel me vooral heel opgelucht. Ik hoef niet meer, ik kan weer vooruit kijken en ik kan eindelijk echt uitrusten.
Uitrusten heeft bij mij een veelzijdige betekenis. Omdat ik vandaag pas 's middags naar de bestraling hoefde, ben ik de dag begonnen met een rondje fitness. Ik knap er altijd van op als ik merk hoeveel ik nog kan. En vanaf nu kan ik daar mijn energie weer aan gaan geven. Niet meer fietsen naar het ziekenhuis, maar lekker sporten en daarvan thuis uitrusten. En zo steeds een beetje meer kunnen.
Na mijn slaapje haalde ik ingrediënten voor frambozencupcakes en toen was het al bijna tijd om te gaan. We fietsten samen in de zon. Ik ken iedere hobbel in het wegdek na de 33 tochtjes die ik heb gemaakt. Niet liegen, 31 tochtjes. Eén keer ging ik met de bus en één keer met de auto. Voor de laatste keer in de wachtkamer met de deuren naar de kleedhokjes. Voor de laatste keer opgeroepen worden. Voor de laatste keer wachten tot de deur aan de andere kant open gaat en ik met bloot bovenlijf meeloop naar de bestralingsruimte. En na afloop alle vijf aanwezige medewerkers een handje schudden, nog steeds met mijn blote tieten. Bedankt, aardige dames. "Het zal wel even wennen zijn, dat u niet meer hoeft te komen", zei er eentje. Nou, reken maar dat dat heel snel went!
De routinecontrole bij de radiotherapeut stelde weinig voor. Pijntjes die ik voel rondom mijn borst horen erbij en gaan hoogstwaarschijnlijk weer weg. Ik kan ook jeuk op mijn rug krijgen, omdat de stralen dwars door mijn lijf heen zijn gegaan. Vandaar dat ik ook mijn oksel voel, hoewel de bestraling daar niet op was gericht. En ik kreeg nog een advies. Hou de rem erop. Steeds een beetje meer kunnen is fijner dan noodgedwongen een stap terug moeten doen. Nu is het de kunst om zelf te bepalen welk stapje ik erbij kan doen en waarmee ik nog moet wachten.
Het advies kwam precies op tijd. Aan het einde van de middag werd ik alweer gebeld door een opdrachtgever. Of ik in mei alsnog halve dagen zou kunnen komen werken, de klus die ik voor maart en april had afgezegd. Ik dacht aan het remadvies en weigerde dapper. Eerst werken aan mijn herstel. Dat is voorlopig inspannend genoeg.
En toen at broer H mee van de nasi en de frambozencupcakes. En zo eindigde de dag zoveel opgeruimder dan de dagen van de afgelopen zeseneenhalve week. Ik ben nog niet helemaal klaar (volgende week longarts, oncoloog en herceptin en later dit (voor-)jaar nog drie rugbestralingen in Amsterdam) maar voorlopig kan ik gaan opknappen om eind april fit op vakantie te gaan. Het ergste is nu dat ik vanaf vier uur vanmiddag jeuk heb aan mijn rug. Wat een heerlijk luxeprobleem.  





maandag 7 april 2014

Nog twee

Ginger is moe. Moe van het bestralen, maar ook moe van het iedere dag slapen, van de gesprekjes met de dames van de radiotherapie en van de rem die op het leven staat. Het zit er bijna op. Dinsdag om 9.50 uur, woensdag om 14.50 uur. Dan begint mijn bestralingsvakantie. Ik kan het nog niet bevatten.
Ondertussen heeft mijn inkomensverzekeraar bericht gestuurd dat men geen aanleiding ziet het arbeidsongeschiktheidspercentage te wijzigen. Ze baseren zich op gegevens die mijn oncoloog met mijn toestemming heeft verstrekt. Ik weet niet wat hij heeft verklaard, maar het geeft me een dubbel gevoel. Fijn dat ik de vrijheid heb om nog even niet te werken, maar ik mis een perspectief. Ik had best graag gehoord dat ze denken dat ik wel wat kan.
Ik kan ook wel wat. Een huurauto uitzoeken om mee op vakantie te gaan bijvoorbeeld. Mijn kantoor weer wat verder ordenen. Een blog bijhouden. En vandaag heb ik zelfs een heuse opdracht aangenomen. Niet te ambitieus, lekker thuis en met een ruime deadline. Straks moet ik mijn inkomensverzekeraar er nog van overtuigen dat ik best kan werken. Dat is toch beter dan andersom.
De juiste balans vinden tussen inspanning en ontspanning, dat wordt de kunst. Dan kan mijn leven weer in de eerste versnelling. Het wordt wel weer tijd.

vrijdag 4 april 2014

Weekend

Vanmorgen om een uur of tien stapte ik van de bestraaltafel af en begon mijn weekend. Het was de laatste keer dat het 'veld' rondom het litteken een boost kreeg. Het was tevens de laatste vrijdag dat ik naar het grote ziekenhuis fietste. Bovendien heb ik besloten geen nieuwe slokdarmbeschermer te gaan halen bij de apotheek. De twee zakjes die ik nog heb, maak ik op. Daarna red ik het wel: mijn eten doorslikken zonder beschermend laagje, want de gevoeligheid wordt al minder. En zo komt er voor alle bestralingsbeslommeringen een laatste keer.
Mijn borst en hals zijn inmiddels aardig rood, maar nog steeds heel. Slapen doe ik nog met overgave, maar ik had dan ook een extra fietstocht in de benen om César te zien optreden op school. De prednison is nog onmisbaar, maar na woensdag gaat de dosis omlaag. Eindelijk heb ik wat houvast aan de einddatum van 9 april. Nog drie keer te gaan, dat is echt bijna niks.
Ik ga genieten van mijn twee stralingsvrije dagen. Het wordt het laatste weekend tussen twee radiotherapieën door. Volgend weekend ben ik weer echt een vrije vrouw.

Het volgende bericht van Ginger verschijnt maandag.

woensdag 2 april 2014

De andere kant van het hek

Het 250ste bericht van Ginger is twee dagen geleden verschenen. Dit is alweer nummer 251. Zoveel keer heb ik al informatie over mijn behandeling gedeeld, gevoelens geuit, mezelf opgepept - en daarmee soms ook anderen - en vaak ook gewoon koetjes en kalfjes op pad gestuurd naar geduldige lezers. Het is bijna niet te bevatten hoe lang zo'n behandeling duurt. Ik ben er al drie complete seizoenen mee bezig. Het is goed dat ik daar niet bij stilstond op 21 juni, toen ik mijn eerste chemo had. Dan had ik de moed niet zo lang vast kunnen houden. 
Het is ook bizar hoe zo'n behandeling je identiteit gaat bepalen. Ten tijde van mijn diagnose bleef ik me maar verbazen dat dit juist mij overkwam. Ik kwam alleen in een ziekenhuis voor blije gebeurtenissen, zoals geboorten en anti-conceptie. Met twee ouders van bijna negentig en een gezonde levensstijl zag ik mezelf fluitend honderd worden. Nu is Ginger die over het hek vliegt the story of my life. Aan de andere kant van het hek kan Ginger nog best gezond oud worden, maar het zal anders zijn dan vroeger. Hoe, dat weet ik nog niet. Misschien wel beter dan vroeger. Misschien ook bezorgder. Maar zeker ook rijker. 
Op drie seizoenen zijn de vijf bestralingen die ik nu nog te gaan heb een peulenschil. De dames van de radiotherapie zeggen het nu bijna iedere dag. "Het einde is in zicht!" En dan knik ik instemmend en ik denk: ik moet de hele week nog door. Sinds deze week heb ik geen bestraling meer op de hele borst, maar op twee verschillende gebieden: rondom het litteken op de borst én op de klieren boven de borst. De dames van de radiotherapie zijn er maar druk mee. Omdat het twee verschillende 'velden' zijn, moeten ze tussen het bestralen door binnenkomen, de tafel verschuiven en soms zijn ze zelfs met meetlintjes in de weer. De dosis is hoger, maar mijn slokdarm wordt niet meer geraakt. Die kan zich nu gaan herstellen. De huid is nog heel, misschien blijft vervellen me wel bespaard. Mijn longen zijn stabiel onder de prednison. Deze week moet ik nog twee keer voor de twee gebieden, daarna nog maar drie keer alleen voor de klieren en dan is het klaar. 
Ik ben allang aan de andere kant van hek geland. Ik heb alleen tijd nodig om er mijn weg te vinden, met vallen en opstaan. Vandaag heb ik weer eens gemerkt wat sporten voor me doet. Na de bestraling  - "het einde is in zicht!" - sleepte ik me via een bankje aan de rivier, waar ik even mijn lotgenoten appte, naar fysiotherapie om een sporttest te doen. Onder begeleiding van mijn fysiotherapeute deed ik op wel tien toestellen zoveel herhalingen als ik kon. Tot mijn verbazing kon ik nog heel veel! En wat voelde ik me opgepept na afloop! Ik had zelfs nog energie voor een gezellige lunch met loopmaatje A, met wie ik voorzichtig al plannen smeedde om in september met de Singelloop mee te doen. Want aan de andere kant van het hek ga ik natuurlijk weer hardlopen. Dat zal me helpen sneller de weg te vinden. Ik kijk ernaar uit.