donderdag 3 oktober 2013

Noodstop

In sneltreinvaart is er weer een week aan me voorbijgegaan. Wat doe ik toch ontzettend veel voor een patiënt. Ik ben er moe van. Niet van het sporten, want daar had ik niet eens tijd voor door de week, en dan heb ik dus écht volle dagen. Vandaag ben ik bij mijn ouders geweest om hen te ondersteunen. Ik had niets liever willen doen dan dat, maar mijn slaapje is er wel bij ingeschoten. Alle andere dagen heb ik dankzij een strakke planning steeds wel een uur gelegen. Daar heb ik het ook maar druk mee. Soms moest ik me haasten voor een trein of met de boodschappen om daarna nog tijd te hebben voor een dutje. Het klinkt tegenstrijdig, maar ik begin er bedreven in te worden.
Het lukt ook aardig om noodzakelijk werk op tijd af te hebben, minder noodzakelijk werk in overleg door te schuiven en extra werk van mijn bord te houden. Meer dan nu, gemiddeld 12 uur per week schat ik, moet het niet worden. Verder doe ik ook niet moeilijk over sociale afspraken afzeggen of inkorten. Na een hele dag in touw zijn, doe ik er niet lachend nog een etentje achteraan. Nu nog leren om dat voortaan vooraf in te schatten.
En nu, op donderdagavond, komt de trein piepend tot stilstand wegens geplande werkzaamheden. Op vrijdag hoef ik niet te plannen en te kiezen, de vrijdag ligt vast: chemodag. Nog negen keer. Wat een tijd houden we straks over! En waarom hebben we eigenlijk niet vaker op vrijdag samen iets leuks gedaan, Rocky en ik? Als we nu tijd hebben om iedere vrijdag naar het ziekenhuis te fietsen, dan hadden we ook best iedere vrijdag samen kunnen gaan lunchen. Of wandelen. Of naar de sauna. Zo kom je nog eens op ideeën door zo'n wekelijks ritme.
Ik hoop dat ik straks, als de kuren voorbij zijn en mijn trein weer volgens dienstregeling rijdt, nog steeds weet wanneer ik aan de noodrem moet trekken. En dan niet voor een spuit, maar voor een portie levensvreugde. Tijd is te kostbaar om zomaar voorbij te laten gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten