donderdag 9 januari 2014

Operatie geslaagd (2)

Alles is goed. Maar toch blijf ik nog een nachtje. De drain loopt nog iets te hard en ik ben ook nog zwak. Even naar de wc lopen gaat. Mezelf wassen ook. Maar daarna ben ik blij dat ik weer in bed lig. Dan doe ik even mijn ogen dicht. En vervolgens probeer ik weer verder te gaan aan het verhaal over wat vooraf ging.

De dag van de operatie begon vroeg. Kwart over zes stond de wekker en om vijf voor half zeven zat ik achter twee beschuitjes. Om half zeven had ik ze op en mocht ik alleen nog maar heldere dranken, zoals een kopje koffie. Om half acht kuste ik mijn man en kinderen en liep ik met mijn rolkoffertje naar de bus. Die zou er 22 minuten over doen naar het ziekenhuis, maar ergens ging er iets mis, want het werd twee keer zo lang. De afspraak om kwart over acht op de verpleegafdeling sloeg ik over, ik liep meteen door naar de echo. Daar kwam Rocky ook al binnenwandelen. Die had per fiets nog even César en zijn fietsmaatje op weg geholpen naar school. Rocky bracht mijn rolkoffer naar de verpleegafdeling en ondertussen werd ik opgeroepen voor een röntgenfoto. Daarmee werd de coil (zo heet het wokkeltje in mijn borst officieel) gelokaliseerd. Ik mocht weer terug naar de wachtkamer, waar Rocky inmiddels ook weer was. Een kwartiertje later mocht ik de echokamer in voor het inbrengen van een ijzerdraad die naar de coil toe zou leiden. Rocky mocht mee. Zo hadden we al eens vaker gezeten, op de dag van de diagnose en bij het inbrengen van de coil. De tumor van vier centimeter was toen zelfs voor een leek duidelijk te zien op het scherm. Nu zagen laboranten niets meer. "Het ziet er rustig uit", zei de laborante een beetje verbaasd. Met andere woorden: wat doe je hier? Het was weer een extra bevestiging hoe goed de chemo zijn werk had gedaan. Helaas was de coil via de echo ook niet op te sporen, dus ik moest weer terug naar de röntgen. Daar manoeuvreerden twee lieve laborantes mijn borst tussen twee platen. De ene dame knielde zelfs onder me om de borst nog wat omhoog te duwen. Mijn linkerborst moest ik zelf vasthouden om haar buiten beeld te houden. Toen alles in positie was, kwam de radioloog om de ijzerdraad in te brengen. Ze maakten me meer ongerust over wat ik kon voelen dan dat ik werkelijk iets voelde. De draad van 25 cm stak als een horizontale antenne uit de zijkant van mijn borst. Toen die er eenmaal inzat, moest er nog een foto gemaakt worden om te beoordelen of die goed zat. Toen ook de radioloog tevreden was, mocht ik mijn kleren weer aan en ik kon ik eindelijk zelf naar de afdeling.
We waren ruim op tijd, kregen nog een kopje bouillon en gingen in de huiskamer van de afdeling zitten. Toen we ons om kwart over elf op de verpleegkamer lieten zien, kreeg ik te horen dat ik al eerder op de ok werd verwacht. Het schema was iets ingelopen. Ik deed mijn operatiehemd aan, slikte mijn pijnstillers en ik ging in bed liggen om naar de holding gereden te worden. Rocky ging nog mee in de lift en daar namen we afscheid.
De holding is een soort recovery maar dan vóór de operatie. Het wemelde van de mensen in groene pakken. De ene deed plakkers op mijn lijf om mijn hart in de gaten te houden. Een co-assistent probeerde infuus te prikken, maar kon het vat niet vinden. Ik bibberde inmiddels van de stress of de kou of allebei, dus dat hielp niet mee. Een anesthaesiemedewerkster nam het prikken over, terwijl nummer één me met een warme deken toedekte. Ik was er helemaal klaar voor, alleen dokter B was nog onderweg. Na vijf minuutjes werd ik dan toch naar de ok gereden. Op een klok zag ik nog ergens dat het tien over twaalf was.
In de ok zag ik meteen mijn foto op een scherm staan. Dat was geruststellend. Dokter B nam ook nog met het team en mij door wat ze ging doen. Rechts. Ze had de foto van de ijzerdraad gezien en was erg tevreden. Ik lag inmiddels op de operatietafel, mijn armen wijd uitgespreid in armsteunen. Ik kreeg nog een nieuwe warme deken en ik begon me te concentreren op een leuke gedachte, een kinderfoto van Jane en César. Het wachten was op de anesthaesist. Ik gaf er niet om, maar de anesthaesie-assistent was ongeduldig en begon naar mijn werk te vragen. Hij presteerde het zelfs om te vragen of ik het niet weer zou willen oppakken binnenkort. Gelukkig kwam de anesthaesist snel en kon de assistent me gaan platspuiten. "Welterusten", zei hij. "Welterusten", antwoordde ik, maar ik ontdekte mijn fout nog vóór ik insliep. "We gaan goed voor u zorgen", was het laatste wat ik hoorde.

En dan zit er een hap in de tijd. Ik hoor mijn naam. Iemand zegt dat ik een rode vlek boven mijn borst heb. Vast een allergische reactie op de peister. Ik probeer iets te zeggen. Dat ik me niet kan voorstellen dat het voorbij is. Ik vraag of mijn man is gebeld. Ja. Ik verroer me niet. Iemand vraagt of ik pijn heb. Nee, ik voel niets. Of ik misselijk ben. Nee. Na verloop van tijd nog een keer. Dan voel ik dat ik rechts geopereerd ben maar pijn kan ik het niet noemen. Ik weet dat ik een wond en een drain heb, maar ik voel niets. Ben me ook nauwelijks bewust van de rest van mijn lijf. Alleen mijn hoofd is belangrijk nu. Langzaam begin ik eens wat te bewegen. Tenen, vingers, benen, handen. Dokter B komt ook nog langs en die praat ook alleen maar over de rode vlek. Ik probeer erachter te komen hoe laat het is. Iemand zegt half vier. Dan mag ik terug naar de afdeling. Nog één keer de vraag of ik pijn heb. Ik mag morfine, maar ik weiger. Ze duwen mijn bed weer in de lift, er weer uit, langs de balie, wat ziet alles er anders uit nu. "U zult wel thee lusten." Ik weet het eigenlijk niet. Voel me toch een beetje wee in mijn maag. Maar thee smaakt inderdaad. Een boterham en yoghurt daarna ook. Rocky komt. Hij is kwart voor drie gebeld door dokter B. Alles is goed gegaan. De Rotterse klieren hoefden er niet uit. Alles heeft twee uur geduurd. Ik ben nog erg suf. Ik heb hulp nodig om naar de wc te gaan en moet daarna weer bijkomen. Dokter B komt langs mijn bed. Ze kijkt naar de wonden en is tevreden. Op mijn borst zit een kleine, doorzichtige pleister. Valt me alles mee. Ook in mijn oksel geen verband. 's Avonds komt Rocky weer terug met de kinderen. Dan gaat het al wat beter. Ik mag een knuffelsneeuwpop van César lenen. Het is fijn om Jane en César te spreken. Jane vraagt wat ik nou eigenlijk voel: alsof ik gesport heb of alsof ik heel moe ben? Maar die narcose-nawerking kan ik niet goed ergens mee vergelijken. Ik voel me langzaam en zwaar. En zwak.
Om half negen ben ik weer alleen met mijn kamergenoten, die er beroerder aan toe zijn dan ik. Twee hebben er gespuugd. Ik doe nog twee telefoontjes en zet mijn koptelefoon op met muziek. Het zit erop. Het valt niet mee en niet tegen. Ik hoef niets. Alleen rusten. En met tussenpozen lukt het aardig om te slapen, met als enige pijnstillers paracetamol en diclofenac.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten