woensdag 26 maart 2014

Prednison afbouwen

Ik had gehoopt dat mijn eerste bezoek aan een longarts meteen mijn laatste zou worden, maar dat was iets te optimistisch ingeschat. In het ziekenhuis dat me zo vertrouwd is, was het even zoeken naar een poli die ik nog niet kende. Een rustige dokter die me precies op tijd kwam halen begon het consult met zich te verontschuldigen over de gang van zaken vorige week. Toen werd ik na een ochtend vol onderzoeken pas na mijn vertrek gebeld met de juiste diagnose: een bestralingseffect op de long, oftewel radiopneumonitis. Naar nu bleek was de longarts al in een vroeg stadium bij die diagnose betrokken. Hij was degene die op de longfoto al meteen een afwijking had gezien en me daarom doorstuurde voor een ct-scan. Een assistent schijnt die verkeerd te hebben beoordeeld, waarna ik met een griepdiagnose werd weggestuurd. Het was de longarts die er bij radiologie op had aangedrongen nog een keer goed te kijken. Op het computerscherm liet hij het mij ook zien. Links gezond longweefsel, rechts wat vage structuren. Ook voor een leek was het verschil duidelijk waarneembaar.
Hoewel de klachten weg zijn, vond de longarts dat de behandeling met prednison door moest gaan. Gedurende de bestralingen nog 30 mg, daarna afbouwen. Ik sputterde wat. "Zóveel?" En: "Ik heb wel een paar keer slecht kunnen slapen." En: "Wat als we niets doen?" Op die laatste vraag had hij een duidelijk antwoord. Niet behandelen geeft risico op terugkeer van de klachten en op de ontwikkeling van littekenweefsel. Toch had mijn gesputter wel resultaat. Hij luisterde naar mijn longen en hoorde niets afwijkends. En daarom mocht ik toch terug naar 20 mg gedurende de komende twee weken en daarna naar 10 mg. Na de bestralingen moet ik terukomen voor een nieuwe foto en een nieuw consult. Ze houden me goed in de gaten daar. Zodat het allemaal weer goedkomt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten