donderdag 17 april 2014

Wervelbestraling, ik zou het maar doen!

Medische afspraak nummer vier deze week was met mijn oncoloog, dokter T. Een gewone controle, die voortaan één keer per drie maanden gaat plaatsvinden, steeds na een ejectiefractiebepaling. Voor mij was het vooral het gesprek waarin ik het over de bestraling van de ruggenwervel wilde hebben.
Na het eerste gesprek met de radiotherapeut van het VU-ziekenhuis was ik behoorlijk gaan twijfelen over de drie voorgeschreven bestralingen. Niemand weet namelijk of bestraling echt nodig is, want de PET-scan laat geen kankercellen meer zien in de ruggenwervel, dankzij chemo en herceptin. Alleen de MRI-scan toont nog een haarfijne afwijking. Een restant van de uitzaaiing? Een slijtageplekje? Ze weten het niet. Maar als ik laat bestralen, loop ik wel een risico op ellendige bijwerkingen. Een zeer klein risico, dat wel, maar als het onnodig is, waarom zou ik het dan doen?
Met die vraag heb ik weken lopen stoeien. Weken waarin mijn borst en klieren er flink van langs kregen in de radiotherapie. Weken waarin ik dacht: als ik dit allemaal moet ondergaan met een borst waar geen tumor meer in zit, dan zal al dat bestralen toch wel een functie hebben. Dan zal het ook zijn nut wel hebben om de ruggenwervel een dosis te geven. En als ik het niet zou doen, zou ik toch altijd blijven denken: had ik het toch niet moeten doen?
Dokter T liet er geen twijfel over bestaan. Hoewel de prognose bij uitgezaaide borstkanker ongunstig is, heb ik met mijn ene, zo goed als verdwenen uitzaaiing een goede kans om in de overlevingsstatistieken aan te sluiten bij de groep zonder uitzaaiing. Zeker gezien het effect van de behandeling tot nu toe. "Maar dan moet je nu doorgaan!" waarschuwde dokter T. Ja dokter, goed dokter, dat was ik ook van plan dokter.
Ik ga morgen bellen naar het VUmc.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten