zaterdag 24 mei 2014

Doe de helft

Werken is topsport. Ik heb het eerder geconcludeerd, toen ik vorig jaar oktober mijn werk moest afbouwen. Als je niet helemaal fit bent, is een paar uur werken al een huzarenstukje. En toch wilde ik weten wat er gebeurt als ik het gewoon maar deed. Kon ik het eigenlijk nog wel? Wat zou het met me doen? Zou ik me kunnen concentreren?
De afgelopen week heb ik alle dagen gewerkt, variërend van twee tot zes uur per dag. Ik heb ervaren dat het lukt, dat ik genoeg concentratie heb en dat werken zelfs helpt om mijn zinnen te verzetten als ik een dipje heb. Het lijkt alweer vanzelfsprekend om mensen te spreken die helemaal niets van me weten en het over zakelijke onderwerpen te hebben. Het bevalt me uitstekend.
Goed. Dat weet ik nu dus en dat is fijn. Maar ik voel ook wat ik eigenlijk al wist: het is te veel. Ik voel het 's avonds aan mijn lijf en 's morgens overweeg ik serieus om in bed te blijven liggen, wat ik uiteindelijk nooit doe. Als ik eenmaal aan de gang ben blijft het motortje wel lopen, maar in mijn vrije tijd doe ik weinig meer. Voor sport en sociale afspraken blijft nauwelijks tijd en puf over. En dat was toch niet de bedoeling.
Hoe krijg ik mijn leven weer op de rails? Het Helen Dowling Instituut (HDI) gaat mij niet helpen, weet ik sinds vrijdag. Ik had een telefonische intake voor het internetprogramma Minder moe bij kanker. Hoewel uit de vragenlijst bleek dat ik matige moeheid heb, is het programma waarschijnlijk niet geschikt in dit stadium. Het is vooral bedoeld voor mensen die piekeren of die zich niet kunnen concentreren en om die reden moe worden. Ik pieker nauwelijks en concentreren gaat boven verwachting, dus ik heb iets anders nodig. De psycholoog van het HDI verwees me naar Stap.nu, een organisatie die werkt met coaches die zelf ook te maken hebben gehad met kanker. Dat zou wat kunnen zijn, een coach die "ho ho" en "hup hup" zegt op de juiste momenten. Maar de coaches van Stap.nu moeten wel betaald worden, bijvoorbeeld door een werkgever of door het UWV. En ík heb met beide niets te maken. Misschien wil mijn eigen inkomensverzekeraar over de brug komen. Daar ga ik volgende week eens naar informeren.
Ondertussen vind ik een coach in de mensen om me heen. Die vinden allemaal dat ik teveel doe. Bij vriendin E op de koffie ontstond de gouden regel: doe de helft. En daarmee stel ik mijn eigen reïntegratieprogramma samen. Beetje werken, beetje sporten, beetje uitrusten. En ook nog wat leuks doen in mijn vrije tijd. Vandaag was dat een stukje fietsen met Rocky en César en lekker lunchen onderweg.

Afgelopen donderdag was het een jaar na de eerste diagnose in het ziekenhuis. Ik heb er niet eens bij stilgestaan. Natuurlijk wil ik die hele periode graag achter me laten, maar niet vergeten. Ik neem de ervaring leven lang met me mee. Die maakt dat ik me verbonden voel met de vrouwen in mijn lotgenotengroep, of ik ze nu persoonlijk ken of niet. Sinds een paar weken ben ik lid van de groep op Facebook, waar tientallen vrouwen met borstkanker lief en leed delen. Daar merk ik dat ik echt heel veel geluk heb gehad dat de behandeling op tijd kwam en goed is aangeslagen. Op Facebook heb ik inmiddels al twee rouwkaarten langs zien komen. Ook dat is de realiteit.

Ik heb nog altijd geen oproep voor de bestralingen van mijn wervel in het VUmc. Komende vrijdag heb ik weer Herceptin. Ik hoop dat een week daarna de bestralingen kunnen beginnen. Zodra ik iets weet, schrijf ik het in een bericht van Ginger. En anders: zaterdag weer een nieuw bericht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten