maandag 24 februari 2014

Eerste van drieëndertig

Daar ging ik dan vanmorgen. Op de fiets naar het grote ziekenhuis voor mijn eerste bestraling. Het was een stralende ochtend. Forensen fietsten naar hun werk en ik begon aan de ijzeren bestralingsdiscipline. Het voelde als een nieuwe start. Iedere dag fietsen - met een kleine omweg kan ik zelfs door het bos - daar word ik niet slechter van. Omdat ik eerst moest laten bloedprikken in mijn eigen ziekenhuis en daar erg snel klaar was, kwam ik veel te vroeg in het grote ziekenhuis aan. Ik dronk een cappucino en wandelde daarna op mijn gemak naar de afdeling radiotherapie. Ik hoefde er niet lang te wachten. In een kleedkamertje ontblootte ik mijn bovenlijf en met een sjaal om me heen kreeg ik uitleg over de gang van zaken. Tijdens de bestraling zou ik alleen zijn, maar via een monitor werd ik in de gaten gehouden. In de bestralingsruimte kreeg ik de kans om het bestralingsapparaat te bekijken. Ik had het me voorgesteld als een tunnel, maar het was een los apparaat ter grootte van een flinke teil, dat in een halve cirkel over me heen kon draaien. Ik ging liggen zoals ik eerder in de ct-scan had gelegen, met mijn armen comfortabel boven mijn hoofd op twee armsteunen. Twee dames legden me met behulp van mijn tatoeagepuntjes en laserlicht precies in de juiste houding. Ik zag het laserlicht als een groene lijn, die ik herkende van scènes uit de televisieserie Borgen. Toen ik eenmaal goed lag, gingen de dames weg en maakte het apparaat een foto, er draaide wat om me heen en vervolgens hoorde ik een hoge zoem. Dat bleek de bestraling te zijn. Ik moet naar links kijken terwijl het apparaat rechts hangt, dus ik kan weinig uit eigen waarneming vertellen, maar ik had het gevoel dat het bestralen van vrij grote afstand gebeurde. Morgen nog eens opletten. Na de eerste sessie van misschien een minuut of twee kwamen de dames even kijken en zo volgden nog twee korte sessies. Ik wist dat het snel afgelopen zou zijn, maar was toch verbaasd dat ik alweer weg mocht. Na afloop had ik het warm, alsof ik in de zon had gelegen, maar dat gevoel heb ik wel vaker de laatste tijd.
In het kleedkamertje lagen twee A4-tjes, die ik herkende als een lijst met bestralingsafspraken. Ik vroeg me af of ik die zelf had laten liggen, maar het moest een nieuwe lijst zijn. Ik kleedde me aan en vergeleek de nieuwe lijst voor de zekerheid even met de lijst die ik al had. Wat bleek? De afspraak voor dinsdag om vier uur was plotseling verzet naar tien over twaalf! Rare fratsen, want toen ik ruim een week geleden had gebeld dat vier uur me slecht uitkwam, bleek verzetten onmogelijk. Ik deed mijn beklag aan de balie, maar daar kreeg ik te horen dat het apparaat 's middags onderhoud nodig had. Inmiddels had ik voor de ochtend andere plannen gemaakt: een workshop over carriėreperspectieven. Dat is het type onderhoud dat ik af en toe nodig heb. Maar de bestralingsplanning is heilig, zoveel is me wel duidelijk. Morgen om tien over twaalf krijg ik dus mijn tweede dosis.

Na de bestraling mocht ik ook nog bij dokter T langs, weer in mijn eigen ziekenhuis. Ik kreeg een recept voor hormoonpillen van hem mee. Tamoxifen. Dagelijks slikken, minimaal vijf jaar lang, misschien ook wel zeven of tien jaar. Zo ga ik op mijn 47ste weer aan de pil. Dit keer niet om zwangerschap te voorkomen - hoewel het daarvoor ook heel doeltreffend is - maar om te voorkomen dat er een nieuwe tumor gaat groeien. De meest voorkomende bijwerkingen zijn overgangsverschijnselen, maar die heb ik toch al. Deze week begin ik.


1 opmerking:

  1. Wat ben je toch een moedige vrouw, zo heen en weer pendellen in je eentje.

    BeantwoordenVerwijderen