zondag 23 juni 2013

Zo moeder, zo dochter?

Jane heeft mijn tumor gevoeld. Nu kan het nog. De chemo kan de tumor zo sterk verkleinen dat hij straks niet meer is te voelen. Om die reden heb ik zelfs een 'wokkel' ingebracht gekregen, zodat op een mri-scan altijd nog de plaats delict is terug te vinden. Maar het kan ook zijn dat de tumor in stukjes uiteenvalt of gewoon een beetje kleiner wordt. Na de tweede of derde chemo-behandeling zullen dat de tekenen zijn dat de kuur effectief is.
Jane schrok wel een beetje. Begrijpelijk, want de borst is ook nog gehavend door twee flinke prikken die er de afgelopen maand zijn ingezet. Ze voelde de tumor goed. Ik kan me ook niet meer voorstellen dat ik er niet eerder mee naar de dokter ben gestapt. Ik drukte haar op het hart het nooit zo ver te laten komen. Op je vijftiende hoef je je nog geen zorgen te maken, hoor. Maar wacht niet tot je vijftigste met je borsten onderzoeken, een regel waarmee ik dacht weg te komen.

Erfelijkheidsonderzoek
De vraag dringt zich op of we erfelijkheidsonderzoek gaan doen. Slechts vijf procent van de borstkankerpatiënten heeft een erfelijke vorm, zegt de oncoloog. Op internet vind ik een percentage van vijf tot tien. Bovendien lees ik bij de Borstkankervereniging dat erfelijkheidsonderzoek pas wordt gedaan als er aanwijzingen zijn voor erfelijke borstkanker in de familie. Daar zal ik met een vergrootglas - of in ieder geval met heel veel geduld - naar moeten zoeken. En dan? Zo ja, dan moet Jane ook genonderzoek laten doen om zekerheid te krijgen. Zo nee, dan heeft ze nog geen zekerheid dat ze geen verhoogde kans heeft op borstkanker later. We hebben gelukkig nog even tijd om erover na te denken.
Jane heeft haar beschermingsmechanisme al gevonden. "Ik ben het tegenovergestelde van jou, Mam. Ik denk juist wel altijd dat ik iets ergs heb." Ze lacht om zichzelf.

Vandaag
Vandaag is een goeie dag. Slome start, maar na een wandeling gaat alles beter. Fietsen stel ik nog even uit tot morgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten