dinsdag 25 juni 2013

Mijn inwendige TomTom

Vanmorgen stond ik opgetogen op. Voor het eerst sinds dagen werd ik wakker van mijn wekker en niet veel te vroeg uit mezelf, om vijf uur ofzo. Ik voelde me bijna normaal en ging aan de slag met mijn tot voor kort dagelijkse routine: ontbijt maken, kinderen wekken, brood smeren.
Ik verheugde me op een werkdag thuis. Dus toen iedereen weg was, begon ik vol goede moed met het bijschaven van de interviews die ik vorige week had moeten laten liggen. Maar wat moest ik van ver komen! Alsof ik een maand met vakantie was geweest, zo ver was het onderwerp weggezakt. Geen nood, bij het begin beginnen. Uiteindelijk lukte het om in anderhalf uur een paar alinea's bij te schaven en een paar mailtjes te sturen. Ik zat minuten na te denken over de formulering van het tweede mailtje, dat bijna identiek was aan het eerste. Telefoongesprekken deed ik op de automatische piloot, want de piloot van vlees en bloed raakte steeds verdwaald tussen ziektewereld en werkwereld.

Even bewegen, een loopje naar de winkel, dat deed me gisteren ook goed. En na het loopje even oogjes dicht. Dat 'even' werd twee uur. Ah, dat is wat mijn lijf me met zachte stem wilde vertellen. Rust, meisje, rust.

Het was fijn om César weer zelf uit school te halen en lekker te koken. Morgen is een nieuwe kans voor een werkdag. Eerst maar eens zoeken naar de volumeknop van mijn inwendige TomTom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten